Internationeel Rederijkers congres te Brugge 2006
Aanwezige Kamers:
- - Koninklijke Aloude Rederijkerskamer De Catharinisten, Aalst
- - Koninklijke Aloude Rederijkerskamer De Goudbloem, Antwerpen
- - Koninklijke Aloude Hoofdrederijkerskamer De Violieren, Antwerpen
- - Rederijkerskamer De Egelantier, Aduard
- - Kamer Van Retorika De Gezellen van de H.Michiel, Brugge
- - Rederijkerskamer 't Mariakranske - De Wijngaard, Brussel
- - Rederijkerskamer De Coorenbloem, Brussel
- - Rederijkerskamer De Leliebloem, Brussel
- - Rederijkerskamer Moyses' Bosch, 's-Hertogenbosch
- - Hoofdkamer van Rhetorica De Fonteine, Gent
- - Overste ende Souvereine Princelycke Camere van Rhetorycke Jhesus metder Balsemblomme, Gent
- - Koninklijk Provinciaal Groninger Rederijkersverbond, Groningen
- - Rederijkerskamer Trou Moet Blycken, Haarlem
- - Rederijkerskamer Nut en Genoegen, Holwierde
- - Koninklijke Rederijkerskamer Tollens, Hoogezand
- - Rederijkerskamer Ons Genoegen, Leek
- - Rederijkerskamer De Ghesellen Vanden Palmryze, Mechelen
- - Rederijkerskamer De Wijngaard, Ronse
- - Rederijkerskamer Eendracht, Zuidhorn
Het moet niet altijd 'Brugge in de regen' zijn.
Brugge 30º in de schaduw.
In het weekend van 10 en 11 juni had het jaarlijkse internationaal rederijkerscongres plaats in een zinderend en oververhit Brugge. Een gevarieerd, edoch puffend, programma. Aan dit laatste konden de gast-organisatoren van de Kamer van Retorika "de Gezellen van de H. Michiel", uiteraard weinig doen, mooi weer is lekker meegenomen, maar 'hitte' kan er soms te veel aan zijn. Gelukkig werd overal, al dan niet bewust, een mouw aan gepast.
Vanaf 14.00 uur was er onthaal van de congressisten in het Strijdershuis in de Brugse Hallestraat. Een kelder, gelukkig lekker fris. Weerzien van collega-rederijkers na lange tijd, bij een kopje 'warme' koffie. Als het warm is, moet men warme dranken drinken niet?
Als tweede deel van het zaterdagprogramma stond er een stadswandeling op het programma. Nu ja, dacht ik bij mezelf, bij deze temperaturen alweer een stadswandeling door Brugge. Alsof ik Brugge nu nog niet zou kennen. Zou het toch niet beter zijn ergens een terrasje in de schaduw op te zoeken? Ondertussen werd ondergetekende aangeduid door Emiel als 'Chinese' verslaggever. Jammer voor het terrasje, maar er onderuit muizen kon dus niet meer. En, hebben we het ons beklaagd?... Natuurlijk hebben we het ons niet beklaagd. Eerst en vooral werd het een 'schaduwwandeling', langs koele plekjes, om zoveel mogelijk de verschroeiende zon vermijden. En zie, we zijn maar net vertrokken, en op de binnenkeer van de in de 13de eeuw gebouwde Brugse 'Hallen' leer ik alweer wat bij. De 'Hallen' werden gebruikt voor het verhandelen van het Vlaamse laken. Tot zover niets nieuws onder de 'smeltende' zon. Maar, dat Brugge in die periode eigen kleiputten had, waarvan de klei gebruikt werd om bakstenen te maken, die dan weer gebruikt werden voor onder meer de bouw van een deel van de 'Hallen' wist ik dan weer niet.
In de toren hangen bovendien vier klokken, met elk haar specifiek doel. Er was de 'broodklok' die de schafttijd aankondigde, de 'werklok' die het begin en einde van de werktijd klepte, de 'brand'- en 'alarmklok' en tenslotte de 'schepenklok', die geluid werd bij het afkondigen van de 'hallegeboden'. Wist ik ook niet.
Verder volgen de gekende plekjes als de Markt, het Huide-vettersplein en het park rond het Gruuthuusemuseum. "Gruut' is trouwens een mengsel van kruiden dat gebruikt werd om bier te brouwen, wist ik ook niet. Hierop werd belasting geheven, en deze belastingssommen zorgden voor de rijkdom van de heren van Gruuthuuse. Verder waren er nog het Sint-Janshospitaal, de Burg met naast de gekende stadhuisgevels het Paviljoen Toyo Ito, door de Bruggelingen ook wel eens 'de carwash van de gouverneur' genoemd, enz... En plots wordt het zowaar een ingekorte wandeling. Niet door de hitte, maar de gids was zo enthousiast tijdens zijn uitleg op de diverse plekjes, dat het al snel vijf uur werd. Tot het avondmaal was er immers nog een uurtje vrij voorzien. Om eindelijk dat geplande terrasje te doen, bijvoorbeeld. Een uitstekend idee, met dat weertje mag je alleen in Brugge dan geen Duvel bestellen. 5,00 euro, te pakken of te laten. Met dat weer... te pakken dus.
Het avondmaal had vervolgens plaats in het reeds vermelde Strijdershuis. Voldoende vocht om de dorstigen te laven, het spijzen van de hongerigen was echter aan de povere kant. De maaltijd werd opgefleurd door een aantal kniegedichten van o.m. Keizer Niek Exalto van de rederijkers van de Pelicanisten van 'Trou moet Blycken' die het had 'Over Leed van Pelikaan'. Ook de Groninger Jan Albert Buiskool en Annemarie van Helvoirt en Carlo van de Water van 'Moyses Bosch' zetten hun beste beentje, ahum knietje, voor. Tot slot was er nog een dijgedicht van Gaston Kuyckx en als uitsmijter een 'servetgedicht' van 'Moyses Bosch' Na het avondmaal ging het richting Brugse Stadsschouwburg voor het jubileumconcert van de "Gezellen van de H. Michiel". Dit avondoptreden, een selectie van mannenkoren, had plaats in een frisse Brugse stadsschouwburg. Voor de pauze bracht 'Het Bruocsella Symphony Orchestra' werken van Ludwig von Beethoven en Benjamin Britten. Na een verkoelende pauze, bracht het 'Brugs Mannenkoor' samen met hun collega-mannenkoren 'Kon. Kring de XX-en' uit Blankenberge en het 'Kon. Sint-Niklaasmannenkoor' uit leper en het vermelde orkest, tijdens een meer dan geslaagde samenzang, werken van Ostijn, Verdi, Mozart, Wagner, Strauss en Gounod. Meteen een mooie afsluiter van de eerste congresdag. Na een korte, zwoele nacht, werd om 9.30 uur het startschot voor de tweede congresdag gegeven, met het onthaal en de begroeting van de deelnemers. Ook op zondag waren de uitgekozen locaties heerlijk om toeven. Een koele raadzaal in het 'Provinciaal Hof' op de Brugse Markt voor het academische gedeelte. Na de verwelkoming door Willy De Meyer, hoofdman van de Kamer van Retorika "de Gezellen van de H. Michiel", kwamen de gastsprekers aan de beurt.
Als eerste was er Dirk Geirnaert, over oude fabels in een nieuw rederijkersjasje, "De Warachtighe fabulen der Dieren", (Brugge 1567). Een boeiende uiteenzetting. Gepassioneerd door zijn onderwerp, verloor de spreker echter jammer genoeg de hem toegemeten tijd uit het oog, zodat naarmate de spreekbeurt vorderde, de aandacht van de aanwezigen een ietsje verslapte. Als tweede spreker had men Jo Berten gekozen die het had over "Woordenschat". Een schitterende, spitse, ontspannende voordracht met sneltreinvaart, vol woordspelingen, anekdotes... kortom, deze spraakwaterval was een streling voor het 'oor'. Tussendoor waren er muzikale intermezzi door Bram Uten. Ter afsluiting ontvingen de Antwerpse organisatoren van het Congres 2005 hun 'bulle' en de rederijkers van Haarlem een herinneringsplaket als laureaat van de wagenspelen wedstrijd 2005.
Na het slotwoord door Verbondsvoorzitter Emiel Francois, trokken de deelnemers, onder een brandende zon, naar een frisse kelder van het Crowne Plaza hotel op de Burg, de restanten van de Brugse Sint-Janskerk, voor het uitgelezen middagmaal. Tijdens de maaltijd peilden de organisatoren van het Congres 2007, dat te 's Hertogenbosch zal plaatshebben, of er interesse was voor deelname aan een unieke wedstrijdformule ter gelegenheid van het congres. Vier maal vier acteurs en actrices, telkens uit twee Vlaamse en twee Nederlandse kamers, zullen gedurende 24 uur werken aan een eenakter. De acteurs en actrices zullen aan elkaar gekoppeld worden volgens het principe van één acteur/actrice uit iedere groep, zodat er vier nieuwe groepen gevormd worden. Gedurende één dag zullen ze onder leiding van vier regisseurs (twee uit Vlaanderen en twee uit Nederland die niet gebonden zijn aan één van de deelnemende kamers aan de wedstrijd) de eenakter instuderen en op zaterdagavond met elkaar in competitie treden. Een aantal Vlaamse en Nederlandse kamers zijn inmiddels in de wedstrijdformule geïnteresseerd. Ook werd het volledige congres door hen toegelicht.
Na de maaltijd volgde een (nog steeds verschroeiend) wandelingetje naar het Cirkeltheater. Hier hadden, na de statutaire vergadering, de optredens plaats in het kader van het toneelfestival, in een fris auditorium.
Hierbij optredens van (in willekeurige volgorde) Rosa Duchateau voor Rederijkerskamer Jhesus met der Balsemblomme uit Gent met het zelf geschreven 'Nannerls Verhaal' en Gaston Kuyckx voor De Gesellen van den Palmryse uit Mechelen met de 'historie van Prulleken'.
Daarnaast brachten een aantal leden van het Brusselse Mariakransken een aantal gedichten en de leden van Moyses Bosch brachten op een originele manier de eenakter "..." van de Vlaamse auteur Freddy Van Besien. Na de uitreiking van een erediploma aan de deelnemende kamers van het toneelfestival, volgde nog een korte, verkoelende afscheidsdrink, m.n. een frisse "Brugse Zot".
Tijd dus om afscheid te nemen en af te spreken volgend jaar in 's Hertogenbosch, 't Was een mooi, gevarieerd en boeiend congres, hitte of geen hitte. Trouwens, zelfs met de hitte kun je leren leven.
Wij spreken alvast af volgend jaar in 's Hertogenbosch. Jan Rooms