.
Reeds vroeg in de voormiddag zijn de rederijkers die deelnemen
aan het "Rederijkersjuweel 2009" aanwezig in de stadsschouwburg.
Wij worden er begroet met een "bonsjour" van een Nederlandse
deelnemer.
De man rond wie de uitwerking van het congres draait is ook
reeds aanwezig.
In de loop van de voormiddag wordt voor broodjes gezorgd en
rond de middag verschijnen de eerste congresgangers.
Vooral dan zij die deelnemen aan de praalstoet en zich moeten
omkleden, want de traditionele geleide stadswandeling wordt
vervangen door een "praalstoet".
Rond 14.30 u is het vertrek van deze stoet voorzien.
De praalwagens en de paardentram staan klaar .
De begeleidende fanfares zijn aangekomen. De belleman en zijn
twee pages staan te trappelen om de stoet te kunnen openen.
Maar het is wachten op de Thebaanse trompetters die vastzitten op
de Brusselse ring.
Uiteindelijk geeft hoofdman Gaston het startsein en vertrekt de
stoet onder een stralende zon richting Grote Markt.
Veel volk langs de straten . Zo dus een mogelijkheid voor de
leden van de Palmryze om nog wat strooibriefjes uit te delen
waarin reclame gemaakt wordt voor het "Rederijkersjuweel".
Terug op de Grote Markt wordt nog een kort wagenspel opgevoerd
door de groep van de Stadsvisioenen.
Verrassing voor Gaston.
De Keizer en de broeders van Trou moet Blycken waren in tenue
met baret en droegen een blazoen mee. Dit blazoen werd , zoals
de traditie tijdens de grote Landjuwelen vereiste , met een fijne
toespraak overhandigd aan de hoofdman van de organiserende
Kamer.
Gaston vond niet onmiddellijk een gepast antwoord.
Vervolgens werden de congresgangers begeleid naar de Salons
Van Dyck waar zij vergast werden op het aperitief en een zeer
verzorgd avondmaal.
Alles liep perfect binnen tijdsschema en onder de aanwezigen was
men vol lof.
Ook de eerste contactnames en gesprekken over alles en nog wat
kwamen tot stand.
Maar gezien er nog een item op het welgevulde programma stond
werden wij verzocht ons naar de stadsschouwburg te begeven
waar de wedstrijd om het “Rederijkersjuweel” plaats had.
Drie Kamers namen aan deze wedstrijd deel.
Een vierde Kamer had tijdig afgehaakt en de samenwerking met
de stedelijke academie was er spijtig genoeg niet gekomen.
Het werd zoals bij vroegere edities opnieuw een fijne wedstrijd.
De drie kamers brachten elk een gesmaakte voorstelling van het
esbattement "De Drie Minners".
Tijdens de pauze kon de jury reeds een eerste evaluatie opmaken.
Na het optreden van de laatste Kamer kwam de jury opnieuw
samen om een laureaat aan te duiden. Het was geen gemakkelijke
keuze .Elke deelnemer had zich ten volle ingezet.
Uiteindelijk was het de Antwerpse kamer De Violieren die het
pleit won.
Edgar Danz deelde de uitslag mee en de voorzitter van het
Verbond overhandigde aan de laureaat en de twee andere
deelnemers een trofee.
In het foyer werd er nog een lange tijd van gedachte gewisseld
over deze wedstrijd . Zoals steeds bij een wedstrijd waren er blije
en droeve gezichten .
Voorstel werd gelanceerd om de wedstrijdformule te schrappen en
een "festival" te organiseren.
Zondag 14 juni
9.30 u. onthaal .
't Regent . Gelukkig bleef het gisteren droog . Nu zitten wij toch
binnen.
De traditionele academische zitting werd vervangen door een
panelgesprek .
Na de verwelkoming door Gaston Kuyckx was het de
vertegenwoordiger van de Mechelse schepen van cultuur , de heer
Wim Hüskens ,conservator van het stedelijk museum , die het
openingswoord voerde.
Tot onze grote verwondering vernamen wij dat hij een gedegen
rederijkerij kenner is en dat hij o.a. de oude teksten van Trou moet
Blycken uit Haarlem bestudeerd heeft en er een werk over
geschreven heeft.
Dan volgde een eerste intermezzo. De jonge Sander Van den
Broeck droeg een fel gesmaakte vertelling voor.
Hoofdbrok van deze voormiddag het “panelgesprek”.
Moderator Frans De Wachter,voorzitter van de cultuurraad van
Mechelen had volgens afspraak de antwoorden gekregen op de
vijf vragen die aan de Kamers gesteld waren.
Als panelleden werden gevraagd: Vincent Verstappen van
Moyses 'Bosch, Margreet Brons van Calcar namens Nut en
Genoegen Holwierde en de andere Groningse kamers.
Jon Ingartua van De Goudbloem uit Vilvoorde , Jacques Bauwens
van Marien Theeren en Freddy Van Besien van De Fonteine.
Andere panelleden waren Wim Hüskens en Geert Dufour . Deze
laatste is lesgever aan de stedelijke academie van Mechelen.
Er ontspon zich een goed geleid panelgesprek dat antwoorden
zocht op de gestelde vragen.
Na een tweede , dit maal musikaal intermezzo door Marina Stocks
en Lode Looten gaf de moderator zijn conclusies:
- De meningen lopen wat uit mekaar .
- Het is een aanzet om verdere debatten omtrent “Hoe
omgaan met de komende generaties en Hoe de jeugd
betrekken bij de hedendaagse kamerwerking” in te richten
in de komende jaren en zo tot een “moderne
kamerwerking” te komen.
Dan was het de beurt aan de afgevaardigde van de
rederijkerskamer De Rode Roos uit Hasselt om het volgende
congres aan te kondigen en werd met het slotwoord van Emiel
François, verbondsvoorzitter dit congres afgesloten.
Een fijne maaltijd in de Salons Van Dyck was de voorbode van de
algemene statutaire vergadering.
Daar werd o.a; het voorstel gedaan om in de komende maanden
een “workshop” voor de jeugd in te richten.
Het was inmiddels rond 15.30u. geworden en reeds waren enkele
rederijkers vertrokken op weg naar huis.
De anderen werden in het lokaal van de inrichtende kamer vergast
op een “tombola”
Globaal kan men stellen :
Het was een goed congres in een toeristisch aantrekkelijke
stad.
De praalstoet was een betrachting om de Mechelaars
kennis te laten maken met de rederijkerij.
De geleverde inspanning van alle medewerkers was
duidelijk merkbaar in de organisatie.