Beste ‘Mederijkers’,
Ik weet niet hoe het u vergaat als u een uitnodiging ontvangt voor het jaarlijkse
rederijkerscongres, maar ik kijk er dan naar uit om alle vrienden uit noord en zuid weer te
ontmoeten. En dit jaar was ik bijzonder nieuwsgierig. Trou moet Blijcken vierde immers
groot hun 520-jarig bestaan in een voorname omgeving met heel veel eigen gasten. Hoe
zou dat allemaal gaan samenvallen, die verschillende agenda’s in één activiteitenplanning.
Als lid van de raad van commissarissen van het verbond had ik al het een en ander
meegekregen over de zoektocht van het organiserende comité om alle belangen te
verenigen in een feestweekend waarbij het congres het congres kon blijven en de jubileum
festiviteiten alle ruimte kregen.
Zoals u van het verbond bestuur mag verwachten hebben we nadrukkelijk overleg
gepleegd en onze opmerkingen over de voorstellen en de nieuwe vorm van inschrijven
alsmede de inschrijfprijs meer malen op de agenda gehad.
En 3 juni was het zover, het was bijtijds vertrekken want de jaarvergadering was al vroeg
in de ochtend gepland, gelukkig woon ik op een acceptabele reisafstand zodat ik niet twee
overnachtingen hoefde te boeken. Ik bedacht me wel dat het voor mijn Belgische
vrienden wel een ander verhaal zou zijn. Mogelijk waren er daarom minder inschrijvingen
dan eerdere congressen.
Het weer zat mee en de organisatie had gezorgd voor een prachtige locatie voor het
zaterdagprogramma. Onze factor Jan Pieter van Lieshout had een monoloog voorbereid
waarvan ik hoge verwachtingen had, we wilden graag een goede indruk maken bij het
landjuweel. Doordat ik hem bij moest staan met de decorstukken kwam ikzelf achter de
coulissen te staan en kreeg ik alleen vanuit de zijlijn de voorstellingen van de andere
deelnemers te zien. Maar zo kon ik wel even gezellig met de vrienden uit Breda bijpraten,
die er prachtig aangekleed bijliepen.
Ik had nu wel een lastig probleem want ik had beloofd een belevingsverslag te schrijven.
Later de voorzitter maar om raad vragen. Na de voorstellingen werden we onthaald op
een lunch in de foyer van de Filharmonie, tijd om oude vrienden te ontmoeten en bij te
praten, om daarna voor het middagprogramma plaats in de zaal te nemen. Onder
deskundige leiding werden een aantal gasten geïnterviewd vanuit het thema van het
congres de reden van de kunst en de kunst van de rede. Het was een indrukwekkende
bankbezetting met oa schrijver Arnon Grunberg, en zelfs een staatssecretaris.
Arnon had overigens maar beperkt babysitopvang ingehuurd want hij vertrok plots
voortijdig omdat hij thuis verwacht werd, verrassend, enigszins komisch maar zeker
theatraal zo’n vertrek. Al met al was het een interessant en vermakelijk
programmaonderdeel. Er was ook nog een intermezzo van een prijswinnend poëzie èn
een prijswinnend zangtalent. Het werd een vol programma met grote diversiteit.
En toen pakte Trou uit met een toneelstuk waarin het thema van het congres verwerkt
zat, niet overmatig bezet met alleen maar getalenteerde acteurs werd ons een vernissage
voorgespiegeld waarin van alles verwacht en onverwacht verkeerd liep. Er was veel
aandacht besteed aan de aankleding en de entourage, en het enthousiasme van de spelers
was overweldigend. Voor de Trou moet blijcken leden moeten sommige scenes hilarisch
zijn geweest om die door hun Kamerleden te zien worden gespeeld. Het was een
zelfgeschreven stuk door Willen Veenhoven, wat veel waardering verdiende.
Aan het einde van het dagprogramma werd nog geproost met elkaar in de foyer en kwam
er een einde aan het gezamenlijk deel van het programma voor mij. Ik had mij niet
ingeschreven voor het diner en het feest in de avond. Ik had begrepen dat men prijs stelde
op een gezelschap van matige gebruikers en die garantie durfde ik niet af te geven voor
mijn Kamerleden, we hebben immers een reputatie als kannekijkers hoog te houden. Het
bestuur van het verbond was goed vertegenwoordigd op de feestavond dus ik kon gemist
worden. Met een aantal van onze Belgische vrienden zijn we met onze Bossche
afvaardiging gezellig uit gaan eten en uiteindelijk naar het hotel vertrokken om uitgerust
aan de tweede dag van het congres te kunnen beginnen.
De tweede dag had een helder programma, eerst een ontvangst in het huis van Trou en
daarna zijn we onder de bezielende leiding van Willem Veenhoven in een stadswandeling
meegenomen en hebben vele historische plaatsen in de binnenstad bezocht en we
moesten nog haasten om op tijd voor de lunch weer aan te kunnen sluiten. De lunch was
voortreffelijk, en eindelijk was er ruimte voor de voorzitter van het verbond om zijn
openingstoespraak te kunnen uitspreken. Johan was overigens slim genoeg om er maar
direct ook zijn afsluitende speech van te maken. Gelukkig was er ruimte genoeg om
Nicole Gits, die de dag ervoor door de jaarvergadering tot ere secretaris van het verbond
was benoemd, uitgebreid in het zonnetje te zetten. Beladen met klatergoud nam zij de
complimenten over haar jarenlange inzet bescheiden in ontvangst.
Minder tijd bleek er te zijn voor de presentatie van het congres te Brugge volgend jaar,
Hollandse nuchterheid kreeg voorrang op de passievolle inzet vanuit Brugge. Maar
gelukkig was de boodschap helder overgekomen, Een congres in Brugge dat is bij
voorbaat een succes, dus ik schrijf me in en ik hoop heel veel andere redrijkers ook.
Aan het einde van het congres hebben we hartelijk afscheid genomen, zijn nog wat
plooien gladgestreken en zijn bij mij alweer de eerste warme gevoelens van een nieuwe
ontmoeting in 2024 op komen zetten.
En oh ja... hoe heb ik nou het probleem van een verslag over de voorstellingen opgelost?
Heel gemakkelijk uiteindelijk, de voorzitter van het verbond heeft over zijn hart gestreken
en een impressie op papier gezet welke ik u hieronder niet wil onthouden.
Tot Brugge !
Carlo van de Water, voorzitter rederijkerskamer Moyses’ Bosch
Het Landjuweel op het congres te Haarlem 2023
In het zaterdagvoormiddagprogramma zat het luik van het landjuweel, jaarlijks
terugkerend op elk congres.
Het Coornhert Lyceum beet de spits af met twee scénes uit de Griekse mythologie. “De
vrouwen van Troye” en als tweede luikje een scéne uit “Elektra”. In het eerste deel zien
we hoe de vrouwen van Troye bijeengedreven worden door de Grieken om als slavinnen
te dienen bij hun nieuwe heersers. Ze verblijven tijdelijk bij de ruïnes van hun stad.
In het tweede deel zien we de haat die Elektra heeft tegenover haar moeder omdat zij de
opdracht aan Aigisthos gaf om haar vader Agamemnon te vermoorden. Ze wacht op de
terugkeer van haar broer Orestes om wraak te nemen. En wie doodt wie?
Een heel mooi initiatief van Trou moet blycken om de jeugd in te schakelen en een forum
te geven op dit congres. Zeker naar borging van ons immaterieel cultureel erfgoed zeer
belangrijk. Helaas was geen enkele van deze jonge acteurs en actrices verstaanbaar omdat
men niet articuleerde en achteraan in de mond sprak. Hier hadden de leerkrachten zeker
véél meer aandacht moeten aan geven. Een gemiste kans!
De tweede in de rij, de rederijkerskamer Moyses Bosch uit ’s Hertogenbosch met de
monoloog van Chief Seattle :”De kunst van de rede”. Deze historische speech werd
gebracht door Jan Pieter Van Lieshout, gezeten op een zeildoek en achter hem de
indianentooi op een staander, ondersteund met een zwak rood licht. De speech die
destijds niet door de Amerikanen werd begrepen, is nu vooral actueel voor de zorg om
onze planeet. Die toespraak werd destijds gehouden in een open veld. Het publiek hing
letterlijk aan de lippen van Jan Pieter en op het einde werd hij beloond met een
minutenlange staande ovatie. Wat een prestatie! Bij een monoloog ben je enkel op jezelf
aangewezen.
Derde in de rij was :” Het Bredase Gilde Van Het Sacrament van Niervaert”. Op het
laatste ogenblik nog warm gemaakt door Willem Veenhoven om deel te nemen aan het
landjuweel bij ontstentenis van Vlaamse kamers. Gebaseerd op de Heilige Hostie van
Niervaert en het oorspronkelijke mirakelspel geschreven door de Brusselse rederijker Jan
Smeken. Perfect geactualiseerd door de Bredase rederijker Jan Jonk. Het verhaal van de
gevonden hostie en de reactie van de kerk werd zeer mooi uitgebeeld en boeiend vertolkt
door Jan Jonk, Bauke Van Halem, Wim Van Der Veeken, en Martin Rasenberg. Een zeer
frisse en hedendaagse bewerking. Proficiat aan de voltallige cast om dit mooi op de scéne
te hebben gezet.
De hekkensluiter werd de inrichtende kamer :”Trou moet Blycken “ een stuk geschreven
door Willem Veenhoven . “Reden van de kunst 2023”
De beeldhouwer Guido Rol ontvangt een aantal vrienden uit de kunstsector in zijn atelier.
Ze komen vooral naar zijn nieuwe abstracte plastiek kijken. Al gauw lopen echter de
meningen uiteen.
Zeer goed theaterstukje en goede vondst van het kacheltje en de kachelpijp als
kunstobject. Wat soms voor de ene kunst is, is voor de andere enkel richting stortplaats.
Willem, verder doen en meer stukken schrijven.
Mooie vertolkingen van Pieter Biesboer, Michiel Kramer, Rita Van Gendt , Arnoud
Broerkens, Anna Melissant, Maarten van Eeghen, Henriëtte Dirkzwager, Monique Van
Royen, Ben Timmermans, Willem Veenhoven, Mariëtte Van Heemstra, Ingeborg Hooft
Graafland, Machteld Veenhoven, Wendela Bierman.