's Hertogenbosch

24ste Internationaal rederijkerscongres 2007


Verbond van de Kamers van Rhetorica Vlaanderen - Nederland vzw.

Link naar alle foto's: Fotos Congres Moyses Bosch Foto's van het congres


Dat ging naar Den Bosch toe

Impressies van het 24-ste Internationaal Rederijkerscongres van een Groninger congresganger
Zaterdag en zondag 2 en 3 juni zou het dan gebeuren: het 24-ste Internationaal Rederijkerscongres in 's-Hertogenbosch.
De Rederijkerskamer Moyses' Bosch had een aantrekkelijk programma in elkaar gezet.
Door omstandigheden kwam ik al op vrijdagavond aan in Den Bosch en nam mijn intrek in het vertrouwde hotel Jo van den Bosch
Zaterdagmorgen op de Markt op een terrasje koffie gedronken en mensen gekeken. Zouden er al meer, mij bekende, Congresgangers op de Markt rondlopen?
Ik heb ze niet gezien. Rond twaalf uur werd het terrasje gesloten . Een ander terrasje opgezocht. Geen Congresgangers gezien. Ze namen kennelijk een andere route naar het stadhuis.
Tegen tweeën dus naar de ontvangsthal van het stadhuis, en jawel, daar was "iedereen" al. Oude bekende en voor mij nieuwe onbekende gezichten.

Burgemeester Rombouts, ook prins van Moyses' Bosch, verwelkomde ons. Hij wenste ons een prachtig landjuweel en ging vervolgens in op de geschiedenis van stad en stadhuis.
Hij herinnerde aan het rampjaar 1629, toen de Staatse troepen onder leiding van prins Frederik Hendrik de stad bezetten. Ik dacht dat dergelijke geschiedenis was voorbehouden aan volken, zoals de Ieren (slag aan de Boyne, 1690) en de Serven (slag op het Merelveld, 28 juni 1389).
De burgemeester wees op de actieve rol die Moyses' Bosch had gespeeld bij de festiviteiten rond de herdenking van Jheronimus Bosch, onder meer met een prachtig tableau vivant.
De rederijkerij is van alle tijden, aldus de burgemeester. Dankwoorden werden gesproken door de voorzitters van Moyses' Bosch en het Verbond. Laatst genoemde, Emiel Francois, wees erop dat dit het tweede congres in Den Bosch was, na dat van 1989.
Daarna was er ruim tijd voor een stadswandeling of een rondvaart. Maar eerst gaf de burgemeester nog een toegift met een uiteenzetting in en over de raadzaal.
Een stijlvolle ruimte, waarvan de noordwand een onderdeel is van de oude stadsmuur. Ruime banken voor de raadsleden. Daarachter een ruimte voor de ambtenaren en erboven een balkon als publieke tribune. De ambtenaren zitten wel erg ver van het college van B en W, maar misschien beheersen die hun zaken wel zodanig, dat ze niet vaak de assistentie van de ambtenaren nodig hebben.
De stadswandeling besloeg maar een klein gebied, want de oude stad Den Bosch, binnen de muren, was erg klein. Een groot marktplein en daaromheen gebouwen. De oude stadsmuur was hooguit een paar honderd meter van de markt verwijderd.
De stadsrechten dateren uit 1185. Door de Dommel en de Aa, die door de stad stromen, was het een knooppunt van handel met het Rijnland, Keulen, Aken en Luik.
Door de vestingwallen zat de stad tot 1874 op slot. Toen werd de vestingwet ingetrokken en kon Den Bosch eindelijk groeien.
De stadswandeling was door de warmte vermoeiend, maar zeer interessant.
Voor bezichtiging van het Jheronimus Bosch Art Center was daarna niet veel belangstelling meer. Aperitief en diner trokken meer.
Er was, zoals gebruikelijk, gestreefd om aan de tafels leden van diverse kamers te krijgen. Dat lukte in zijn algemeenheid heel aardig. Het diner was voortreffelijk en sfeer verbroederend.

Na het diner was het de tijd voor de wedstrijd om het Rederijkersjuweel "Tref elkaar".
Leden van een viertal kamers hadden een voor de gelegenheid geschreven tekst bestudeerd en ingestudeerd.
Helaas was er bij de groep van het K.P.G.R.V. iets mis gegaan. Twee heren hadden ieder een dubbelrol, maar ze hadden niet de goede combinaties gemaakt, ondanks dat die in een herziene versie waren rondgestuurd en nog een groep had dezelfde fout begaan. Dat kostte dus extra zweetdruppeltjes om de goede teksten er nog in te krijgen.
Er werden vervolgens vier groepen gevormd met leden uit verschillende kamers en op vrijdagavond begon een regisseur voor elk van de groepen hiervan een voorstelling te bouwen. Een zeer intensieve bezigheid, zoals te begrijpen is. Op zaterdag moest het verder bijgeschaafd worden en aan het publiek, de Congresgangers, getoond.
Dat gebeurde in het Jheronimus Bosch Art Center, een voormalig kerkgebouw. Het publiek zat aan drie kanten van het podium.
Helaas had niet elke regisseur daar rekening mee gehouden. Vooral de eerste voorstelling werd heel erg front middenpubliek gespeeld.
Bovendien stond er naast het toneel aan elke kant een schijnwerper, die het publiek aan de overkant recht in het gezicht scheen. Bovendien was het geluid slecht. Een galm teisterde het publiek, terwijl toch als bekend verondersteld mag worden, dat in oude kerken de akoestiek meestal zodanig is dat gesproken tekst al moeilijk te volgen is.
Omdat in de eerste opvoering ook de jaartallen, waarin de scènes zich afspeelden, niet duidelijk werden gezegd, ging het hele verhaal, althans voor mij, verloren.
In de tweede opvoering werd dat euvel verholpen.
De jaartallen werden duidelijk vermeld en een en ander werd met terugwerkende kracht toch nog begrijpelijk. Maar de galm en het licht bleven hinderlijk.
Bij de derde en de vierde voorstelling wist je ongeveer wat er komen ging. Dat maakte het aangenaam om naar te kijken en om te proberen de voorstellingen te beoordelen.
Die waren dus wel in het voordeel voor het behalen van de publieksprijs.
De derde opvoering bleek de voorkeur van het publiek te hebben verworven.
De jury had via een ingewikkelde puntentelling voor elke speler een bepaalde waardering vastgesteld.
De punten werden per kamer opgeteld en het resultaat was, dat De Ghesellen vanden Palmryze uit Mechelen en De Waag uit Liedekerke de winnaars van het juweel werden.
Na de prijsuitreiking was er weer tijd om te verbroederen.

De zondag stond in het teken van de Academische Zitting. De heren prof.dr. J.Y.H.A. Jacobs en dr. M.A.M.E. Gielis gaven een terugblik op de betekenis van de rederijkerij,
maar ze wilden ook een soort uitzicht op de toekomst geven.
Daarbij poogden zij recht te doen aan de overeenkomsten en de verschillen russen noord en zuid. Vooral dat laatste lukte heel aardig.
Prof. Jacobs had zijn rede volledig uitgeschreven, dr. Gielis improviseerde uit zijn ruime wetenschappelijke kennis op het gewenste stramien.
Het uitschrijven heeft zijn voordelen, maar ook zijn nadelen. Het voordeel is, dat alles wat je wilt zeggen ook inderdaad aan de orde komt.
Het nadeel dat de ander alleen aan het woord komt, als de eerste spreker een pauze neemt en de ander uitnodigt zijn visie te geven.
Daarna gaat de voorlezer verder waar hij was gebleven. Een discussie komt dus nooit op gang.
Overigens, de galm was er nog steeds en de afbeeldingen bij de rede waren zodanig opgehangen, dat alleen degenen die in het midden zaten die konden bekijken.
Voordeel aan het zitten aan de zijkanten was wel dat de galm daar minder was, omdat de luidsprekers "natuurlijk" ook op het midden gericht waren.
Na nog een aperitief en een lunch en de statutaire vergadering van het verbond toog iedereen, meer of minder rechtstreeks, naar huis. "Tot volgend jaar in Aalst" klonk het.
Ik hoop er bij te zijn en vele bekenden weer te ontmoeten, maar ook nieuwe gezichten te zien. Dus: Tot ziens in Aalst.

Lammert Datema





Congresnieuws 4 (nieuwsbrief_4.pdf)
Congresnieuws 3 (nieuwsbrief_3.pdf)
Congresnieuws 2 (nieuwsbrief_2.pdf)
Congresnieuws 1 (nieuwsbrief_1.pdf)