Tref elkaar

Spel ter gelegenheid van het landjuweel in 's-Hertogenbosch op 2 juni 2007
geschreven door Cees Slegers in opdracht van de Rederijkerskamer "Moyses'Bosch".

Personages:

  • Madam
  • Meid
  • Noord: zakenman, pastoor
  • Zuid: zakenman, hagenprediker
  • Passant: rugzakpelgrim, vluchteling, soldaat, nar, marskramer.

Toneel:
Gevel van een restaurant, café, herberg met een boom en een hek. Het stuk begint in het heden maar springt ook naar het verleden.
De personages brengen zelf kleine wijzigingen aan in kleding en decor, zodat elke scène zijn eigen kleur krijgt en er aan het eind een situatie ontstaat die lijkt op het schilderij De marskramer van Jeroen Bosch.

Proloog

Passant

Wij strijden op dit Landjuweel
Slechts om de eer. Tsja 't is niet veel,
Maar wij willen u iets leren.
Aanschouw dit oude baancafé.
Het maakte alle veranderingen mee
En zag veel vreemde heren.
Hier ligt de grens van Noord en Zuid
U denkt: dat maakt vandaag toch niks meer uit?
Dat zal nog moeten blijken.
Luister naar dit lunchgesprek:
Wie is er wijs, wie is er gek?
En op wie zou U willen lijken?

Scène 1 (heden)

Noord:
Vergeet daarbij niet dat wij het breeddenkenste, het verdraagzaamste volk ter wereld zijn…

Zuid:
In Antwerpen denken ze daar anders over.

Noord:
In Antwerpen zijn ze anders slecht geplaatst om daar over te oordelen.

Zuid
Juffrouw! Breng mij alvast een porto(tegen Noord) Gij ook ene?

Noord
Nee, een spa blauw.

Zuid
'n Spa blauw, toe maar! Waarom geen karnemelk?

Noord
Spa blauw is een Belgisch product. Ik steun jullie economie. Een voorbeeld van breeddenkendheid.

Meid
Een porto en een plat waterke. (overdreven gedienstig tegen Noord) En hoe had u het water gewild meneer? Van 't schap of uit de frigo, met ijsblokjes of zonder? Moet het ijs van bevroren spawater zijn of gewoon kraantjeswater?Voor de kenners hebben we een ijsberg naar Antwerpen laten slepen en in blokskes gekapt en als die blokskes ontdooien in uw glas dan moet ge denken dat de luchtbelletjes die daar uit komen honderd miljoen jaar oud zijn, dat is de lucht die nog ingeademd is geweest door die hele grote beesten, hoe heten die ook weer, dino….

Madame (vanuit de deur)
Is het nog voor vandaag?!

Meid
Ja, madam, ik kom. Als de heren ondertussen ondertussen de kaart eens willen bekijken, ik ben ik zo terug. (af)

Noord
… Is het hier een restaurant of een volkshogeschool?

Zuid
Als ze bij het eten ook zoveel toelichting heeft dan …

.( Ze bekijken de kaart)

Noord
We spreken hier al zo lang af, maar ik zie nu pas dat de zaak een hele geschiedenis heeft (leest op de achterkant van de menukaart) 'De reizende man' gelegen aan de oude steenweg die van Antwerpen via Herentals naar Den Bosch loopt, is een eeuwenoude pleisterplaats. Toen het noordelijke stuk van Brabant werd afgesneden kwam de herberg precies op de grens te liggen.

Zuid
Ja, ideale plek voor zakenlunches.

Noord
Maar als jullie autowegvignetten worden ingevoerd zie je mij hier niet meer.

Zuid
Kom dan te voet. Ge hoeft echt geen vignet op uw voorhoofd te kleven. En daarbij ze zijn al afgeschaft nog voor ze ingevoerd waren.

Madame
Een porto en een waterke. Hebben de heren gekozen?

Noord
Hebben jullie geen uitsmijter ros? Het staat niet op de kaart.

Meid
Het is hier een restaurant meneer, geen snackbar.

Zuid
Geef ons twee garnaalkroketten als entréé en daarna twee gepocheerde tarbots met seizoengroenten En om te drinken een fles Pouilly Fumée alstublieft. D'n dessert bekijken we later wel.

Meid
In orde meneer.

Noord
Is dat wel verstandig? Ik moet vanmiddag nog een paar belangrijke dossiers...

Zuid
Wat is het probleem? De Noord-Brabanders hebben toch ook de reputatie van gezellige Bourgondiërs te zijn.

Noord
Reken maar, met mijn verjaardagsfeest ben ik vergeten hoeveel tonnetjes bier we er doorgejaagd hebben.

Zuid
Het gaat toch niet over de kwantiteit, maar over de kwaliteit van elke dag. Genieten man, zolang je kan.

Noord
En dan uren tafelen en ondertussen maar zaakjes doen met de schepen en de minister. Nee, wij zijn zakelijk en nuchter en houden niet van dat gesjoemel.

Zuid
En waarom komen jullie dan zo graag aan deze kant van de grens wonen?

Noord
Nee, da's alleen vanwege het fiscale, natuurlijk.

Zuid
Ha ja! Om nuchter en zakelijk wat met de belastingen te sjoemelen. (backpacker bestudeert kaart of wandelboekje)

Meid
Komt g' er niet uit?

Passant
Waar begint hier ergens het Smokkelaarspad?

Meid
Daar. Al valt er hier niet veel meer te smokkelen. Die tijd is voorbij met Europa.

Passant
Ik ben ook geen smokkelaar. Ik ben op weg naar Santiago; ik ben vertrokken vanuit de Sint Jacob in Den Bosch.

Meid
Dan moet ge nog een heel eind, ik wou dat ik mee kon.

Passant
Wat houdt u tegen? Een goede dag allemaal. (passant af)

Noord
Dat reist maar en dat viert maar vakantie het hele jaar door, maar werken ho maar.

Zuid
Als wij vroeger naar Scherpenheuvel op bedevaart gingen deden we dat op zondag...

Noord
Precies, zodat je 's maandags weer op je werk kon zijn.

Zuid
Weet je wat het is? Ze hebben het te gemakkelijk, ze hebben geen oorlog meegemaakt.

Scène 2

(1914 en 1830: oorlog)

Meid
He, hè, eindelijk een beetje rustig op de baan. Hoeveel zullen er wel niet voorbij gekomen zijn?

Madam
Ik weet 't niet, maar volgens mij zijn het er tienduizenden geweest. De mensen zijn bang voor de Pruisen.

Meid
Ja, vind je het gek nu ze heel Antwerpen plat bombarderen … Wie had dat gedacht in augustus toen ze hier binnenmarcheerden.

Madam
Ja, iedereen dacht dat ze meteen zouden doorlopen naar Frankrijk, maar nou duurt den oorlog al twee manden. Ik ben bang dat we er in 1915 ook nog mee zitten.

Meid
Al die mensen op drift en dat met de winter voor de deur.

Passant (Belgische vluchteling uit 1914)
Geacht publiek, 't is embêtant
Ik kom niet uit een exotisch land.
Maar mijn verhaal is nauwelijks te geloven.
Twee maanden nadat in een Balkanstad,
Een schot geklonken had
Zijn de Pruisen op ons afgestoven.
Wij zijn net zo neutraal als u
Maar liggen, het klinkt een beetje cru,
Midden in een aanvalsroute.
Men wil naar Frankrijk door den Bels
Onze weerstand maakt de Pruisen hels
En laten ons nu boeten.

Laat uw oor eens tegen de aarde leunen
En u hoort de Dikke Bertha's dreunen.

(in 't spel tegen de medespelers)
Mag ik misschien mijn veldfles vullen met water?

Zuid
Water? Dat hebben ze bij onze noorderburen meer dan zat. Geef die man maar een fleske Trappist mee op mijn rekening en geef me maar 's gauw een pintje.

Meid (tegen de passant)
Alstublieft, het is van die meneer daar.

Zuid
Hebt ge 't al gezien. Ze zijn een hek aan 't bouwen mee pinnekesdraad en elektriek er op. Volgende week kan er geen konijn meer door.

Madam
Dan zult ge uwen maat van den andere kant moeten missen.

Noord
Wat hoor ik? Word ik vermist? Nou hier ben ik hoor. (kijkt de passant na) Zeg wat komen al die Belzen bij ons zoeken. Het hele patronaat in ons dorp is vol gezet met veldbedden; er is geen vierkante meter meer vrij.Een nóg blijven de mensen toestromen. Is het zo erg hier?

Zuid
Ja, zo erg is 't hier. Ge begrijpt toch wel dat de nood bij de mensen hoog moet zijn willen ze bij de 'gastvrije' Hollanders aankloppen.

Noord
Als ge denkt mij daarmee te beledigen, dan hebt ge 't mis. Ik ben geen Hollander, maar een Brabander.

Zuid
Maar wel 'n Nóórd-Brabander.

Madame
Zullen we zeggen dat we allemaal Kempenaars zijn. Als dat de lieve vrede tenminste hier in de zaak kan dienen.

Zuid
Geef hem dan maar ´n pintje. Hij heeft het toch al zo zwaar: al die Belse vluchtelingen voeden en laven. De Hollanders worden nog echte barmhartige Samaritanen!

Noord
Nou, als de vluchtelingenstroom andersom was liep, wist ik nog niet of we hier wel zo welkom waren geweest.

Zuid
Mijn grootvader kan zich nog herinneren dat de stroom de andere kant op liep. Alleen waren het toen geen vluchtelingen.

1830:

Madame
Oorlog, oorlog, altijd maar oorlog! Elke dag wordt hier nog wel ergens het skelet van een Franse dragonder met een verroeste musket naar boven geploegd. Nog geen vijftien jaar marcheerden de Hollanders hier voorbij om Napoleon te bestrijden en nou zijn ze der al weer om de Belzen er onder te houden.

Meid
Zolang ze hier maar niet vechten is er niks aan de hand. Het brengt allemaal veel volk op de baan en dat is goed voor het verteer en de omzet. Bekijk het van de plezierige kant: we worden weer een grenscafé.

Noord
Ge hebt gelijk: verschil brengt beweging

Passant
(Nederlandse militair uit 1830-1839; in tegenovergestelde richting als de vluchteling)
So dame, ken je me segge waar of dat ik me eige nou precies befind?

Madam
Ge zijt bij 'De Reizende Man', sinds 1400, de grens tussen noord en zuid; bekend bij kooplui en krijgsvolk.

Passant
Ja, dat weet ik wel, ik kan ook lese.

Noord
Ge verlaat nu Noord-Brabant.

Passant
Kom ik dan nu in Zuid-Brabant?

Meid
We noemen het nou België.

Passant
Dan behoren jullie tot het 'muitziek Belgenrot'.

Madam
Nee, we zijn Vlamingen

Zuid
We stammen rechtstreeks af van de oude Belgen, die door de Romeinen als zeer dapper werden aangemerkt.

Noord
Juist, en dat waren toen alle bewoners ten zuiden van de Maas en ten oosten van Schelde. Waar lig je ingekwartierd, Hollander?

Passant
Hier nie fer fandaan, bij Ulvenhout aan de Mark. Ik moet hier patroelje laupe om te kaike of er zich ergens misschien gewapende sujette befinde.

Meid
Zeg, knappe jongen, hedde gij geen dorst gekregen van al dat lopen en patrouilleren? De enige die hier gewapend lopen zijn stropers. Kom ..

Passant (tot publiek)

Ik ben fan bofe de Moerdijk
En heb daarom een andere kijk
Op de Brabo's en de Belgen.
Ik sie bij chot geen onderscheid
Tussen vlaamse bok en paapse geit
Zolang ik hier kan zwelgen
In wijn en bier, zonder predikant.
Kom dame, we gaan hand in hand
Naar boven, naar het ledikant.

Scène 3

( 1561)

Pastoor
Zo, dat was lekker … ruim de boel nou maar af. Nee, wacht even hier zit nog een slok in.

Madam
Hebt ge genoeg gehad, meneer pastoor?

Pastoor
Ja, da's te zeggen, wanneer heeft 'nne mens genoeg gehad. Als ik eerlijk ben dan zou ik eigenlijk nog wel van die lekkere rijstepap willen hebben.

Madam
Nou, dan haal ik die toch?

Pastoor
Nee, nee, ik moet da geloof ik niet doen. Ik zit vol, er kan niks meer bij.

Madam
Gij zijt hier de baas.

Pastoor
Nou, de baas, de baas … ik ben maar rentmeester van den Grote Baas hierboven.

Meid
Dat is wel 'nne hele makkelijke baas; hij komt nooit kijken

Madam
Houde gij eens uwen grote mond! Zorg maar eens gauw dat er nieuwe strooizakken op de kamers liggen want ik verwacht veel volk.

Pastoor
(slaat een kruis en bidt) Heer, dank u voor dit maal. 't Was lekker en veel.

Madam
Nou, as 't alleen aan den Heer had gelegen zou der weinig op tafel zijn gekomen. (af)

Hagenprediker
(op,gaat op een kistje of stoel staan en begint te preken. Het zaalpubliek is zijn publiek)
Ja, zonder den Heer zou er weinig op tafel zijn gekomen. Zo is het maar net!
Mannen en vrouwen van de Kempen luister naar mijn woord!

Madam
Ga weg, zie je niet dat de pastoor hier zit.

Meid
Laat hem toch, ik wil die hagenprediker wel eens horen. Ik heb er al zo veel over horen vertellen.

Hagenprediker
Wij leven in een sombere tijd. Nog nooit waren er zoveel priesters en nog nooit werd Gods woord zo zelden gehoord. Ik kom uit de streek van Doornik en Rijssel en wat ik op mijn weg naar het Noorden ben tegengekomen is niet te beschrijven. Priesters die dronken zijn of de hele dag aan de brug hangen en kringetjes spuwen in het water.

Madame en meid (lachen besmuikt)
Ja die kennen wij zeker ook wel.

Pastoor
Luister niet naar hem. Zijn soort wil het geloof alleen maar kapot maken. Bij het gepeupel in Antwerpen daar heeft ie succes. Gij wilt alleen maar onrust stoken en de ontevredenheid aanwakkeren.

Hagenprediker
Mijn collega weet zijn relatie met den Lievenheer heel goed te verzilveren. Hebt ge weer een paar volle aflaten verkocht, eerwaarde?

Pastoor
Noem me geen collega, verdomde kaaljakker. Ge hebt niet eens een kerk. Jullie willen alleen maar afbreken en kritiseren.

Hagenprediker
Ja, na de zooi die gullie er van gemaakt hebt is d'r is inderdaad veel puin te ruimen.

Pastoor
Het volk opruien en ontevreden maken dat is het enige da ge kunt.

Hagenprediker
De mensen waren al ontevreden. Wij, hagenpredikers, openen ze alleen maar de ogen, zodat ze kunnen zien wie er in de weg zit tussen hun ziel en god.

Pastoor
Het enige dat er in de weg zit is hun eigen loodzware zondenlast.

Hagenprediker
Ja precies en dat is jullie eeuwigdurende inkomstenbron: wat kost het biechten bij u tegenwoordig?

Pastoor
Dat ligt er aan wat ge gedaan hebt.

Hagenprediker
Zie je wel, alles is te koop bij u.

Meid
Ik biecht altijd veur niks bij de pastoor.

Hagenprediker
Dan zulde wel op een andere manier hebben moeten betalen.

Passant (als de Nar van Moyses Bosch)
Betalen, betalen? Hebt gij nou nog steeds niet ontdekt
Wat de mens 't allermeest tot de kunst verwekt?
Ziet ge daar die stofwolk boven de steenweg uit Hoogstraten?
Dat zijn speellieden en rederijkers. Geen soldaten!
Zij brengen geen dwang of wereldlijke macht
Maar humor en schoonheid, dat is hun kracht.
Ik ben de zot van't gezelschap en houdt nooit mijn mond.
Ik spot met de clerus ook al is het ongezond.
Men is bezig met plakkaten te plakken
En dreigt ons hierin de kop af te hakken.
Ze zijn nog een uur gaans van hier
Dan zal het hier schuimen van koel helder bier.

Pas over zeven jaar dan gaat het weer los
En vieren we't Landjuweel in 's-Hertogenbosch. (af)

Madam
Oh ja die rederijkers. Op de heenweg hadden ze ook al zo'n dorst

Meid
We konden het bier en de wijn niet aangesleept krijgen!

Pastoor
Nu ze gewonnen hebben zal dat nog wel erger zijn.

Hagenprediker
Ja, ze houden van het vrije woord net als wij. Alleen jammer dat ze zo lichtinnig zijn. Al die liedekens al die refreinen dat is niks voor ons Calvijnen.

Pastoor
Ja zeker, ge weet dat ik verderop aan de Bossche Baan woon. Ik voel me daarom ook een beetje winnaar. Over zeven jaar in 1568 zal Den Bosch het Landjuweel moeten organiseren. Ik verheug m'n eigen d'r nou al op. Al die jongleurs en die narren en speellieden.

Hagenprediker
Maakt uw eigen niet te vroeg blij. De tijden worden donkerder. Als wij niet vrij uit mogen spreken, mogen zij het zeker ook niet meer. Alles wat maar iets spottends of kritisch over het Roomsche geloof bevat wordt verbrand.

Pastoor
Da's maar goed ook. Ik wil al die vuiligheid niet lezen.

Hagenprediker
Waar pamfletten worden verbrandt worden later ook mensen verbrand.

Madam
Het ís al stil op de baan. Niemand durft er alleen op uit.

Pastoor
Maar wij hebben het hier nog goed. (tegen de meid) Neem het er van: moette gij nie gauw uw middagdutje doen voor dat de feestende bende arriveert?

Meid
Nou ge 't zegt.

Pastoor
Dan kom ik wel uw voeten warmen.

Hageprediker
En gij madam, is dat nieuwe geloof niks voor u?

Madam
Gij zot; ge weet toch dat de pastoor de eigenaar van deze herberg is. (aanhalig) Kom eens hier ik moet u wat vertellen ..

Madam (tegen niet zichtbare blaffende hond)
Hector koest! Dat zal wel weer 'nne kramer zijn.

Hageprediker
Zal ik eens zorgen dat ge iets te kramen krijgt?

Meid (uit bovenraam)
Zeg waar blijft ge nou?

Pastoor (staat te pissen tegen de zijgevel)
Niet zo ongeduldig, ik kan maar een ding tegelijk.

Passant
(marskramer, neemt zijn hoed af, scène 'bevriest')