MECHELEN, is een Historische Stad.
Historisch hebben zich enkele belangrijke feiten voorgedaan die ervoor zorgden dat Mechelen Internationaal een blijvende stempel drukte op een groot deel van de wereldgeschiedenis. Dit klinkt misschien verwaand, maar één en ander wordt wel duidelijk.
Margareta van Oostenrijk.
Mechelen was eens de hoofdstad van de Bourgondische Nederlanden.
Een zeer groot grondgebied trouwens dat zich ver over onze actuele grenzen uitstrekte, tot
tegen Parijs.
Margareta van York woonde te Mechelen en haar nichtje Margareta van Oostenrijk had er van 1480 tot
1530 haar vaste woonplaats.
Mechelen ook, waarin Keizer Karel zijn jeugdjaren doorbracht, en er op 15 jarige leeftijd door zijn tante, Margareta van Oostenrijk, Landvoogdes der Nederlanden, meerderjarig werd verklaard.
We mogen immers niet vergeten dat in die tijd, (U weet wel, we vierden 500 jaar Keizer Karel!) een dergelijke immense hofhouding een absolute aantrekkingspool was voor kunstenaars, schrijvers, schilders, beeldhouwers, componisten.
Een zeer gelukkig toeval daarbij was, dat de Landvoogdes Margareta in persoon, een zeer kunstminnend persoon was, waardoor het aan het hof wemelde van kunstenaars die op de één of andere manier in haar gratie trachten te komen.
Ongetwijfeld kende Mechelen ten tijde van Margareta een hoogtepunt, zij het niet HET hoogtepunt in zijn roemrijke verleden.
Onder haar voogdij werd Mechelen de bakermat van kunst en cultuur.
Dit gegeven is enorm belangrijk als we de rijkdom van Mechelen willen inschatten, op het vlak van architectuur, poëzie, muzikale composities en zoveel meer.
Namen, zoals Hiëronimus van Busleyden, groot humanist, die vaak het bezoek ontving van Thomas Morus uit Engeland dewelke zijn bezoeken vaak bezegelde met prachtige gedichten die de rijkdom en pracht van het huis van Hiëronimus beschreven; Erasmus Roterdamus, Adrianus Floriszoon, dewelke later Paus werd, zo wil het de legende, door bemiddeling van Keizer Karel.
Tekenen uit dit roemrijke verleden kan U bezichtigen en bewonderen op verscheidene plaatsen en in talrijke prachtige gebouwen die vaak verschillende bouwstijlen in zich verenigen.
Bijvoorbeeld:
Het Stadhuis, Het Paleis van de Grote Raad, het Paleis van Margareta van Oostenrijk, het Hof van Busleyden, dat zeer binnenkort zal uitgroeien tot een centrum van Mechelen als monumentenstad, de beiaardschool in rococostijl.
Het paleis van Margareta van York waarin zopas de vernieuwde en prachtig gerestaureerde Schouwburg haar deuren heeft geopend.
Mechelen biedt u echter niet alleen de gratie van zijn oude paleizen, zijn elegante Sint-Romboutskathedraal en zijn wereldberoemde beiaarden.
Mechelen heeft ook een dynamisch, jong hart.
Sinds enkele jaren is er voor de jongeren het Maanrock-festival en de gevarieerde
zomeranimatie.
Ook kinderen kunnen in Mechelen hun hartje ophalen.
Voor hen is er het dierenpark Planckendael, het Speelgoedmuseum, het sportpark "De
NEKKER" en het figurentheater " De Maan".
De aangename winkelstraten, pleintjes en terrassen laten u bovendien genieten van een
zorgeloze dag.
U ziet het, Mechelen is een bruisende, gezellige stad, die uw volgend bezoek meer dan waard
is.
MECHELEN is een Aartsbisschoppelijke Stad.
Net zoals de aanwezigheid van de Landvoogdes met haar gevolg een enorme betekenis had voor de bloei van het culturele erfgoed van de Stad, zo was het ook met de installering van de Aartsbisschop te Mechelen.
Daardoor verdient de Gotische Mechelse HoofdKerk zelfs een ruimere en rijkere benaming dan "Kathedraal"!; het is namelijk als enige in België de Kerk van de Aartsbisschoppelijke zetel.
Talrijke kloosterorden richtten er een soort bijhuis op .
Voorbeeld daarvan is de Refuge van Tongerlo aan de achterzijde van het Aartsbisschoppelijk
Paleis.
Talrijke prachtige kerken verrijkten het gebouwenpatrimonium,
de barokke Sint-Pieter-en Pauluskerk, de 15e eeuwse St Janskerk,
het Aartsbisschoppelijk Paleis zelf met zij legendarisch en feeëriek "groen waterke", het Groot Begijnhof, de Kerk van Onze-Lieve-Vrouw-over-de-Dijle, deHanswijkbasiliek, enz...
Veel dichter bij ons ligt de inhuldiging van de eerste spoorlijn in België.
Ze liep van Mechelen naar Brussel en uiteraard omgekeerd, en heeft ontegensprekelijk haar
stempel gedrukt op het economisch beeld van de Stad en op de aard en samenstelling van haar
bevolking.
Hierbij denk ik aan de oprichting van de centrale werkplaats, in Mechelen gekend als HET
ARSENAAL, waarin vele honderden mensen werden tewerk gesteld voor de herstelling en
onderhoud van treinstellen uit het ganse land.
De Mechelaars zijn "MANEBLUSSERS".....
Volgens geschiedschrijvers gebeurde het in de nacht van 27 op 28 januari 1687.
De Sint-Romboutstoren was in de mist gehuld. Een dronkaard die tamelijk laat naar huis terugkeerde
zag plots dat die toren in brand stond en sloeg onmiddellijk alarm. Buren, uit hun diepste slaap opgeschrikt,
trokken hun vensters open en konden allen hetzelfde vaststellen.
In een mum van tijd stond de hele stad in rep en roer en werd de noodklok geluid. Het Stadsbestuur, de burgemeester op kop, snelde naar de plaats van het onheil en begon in ijltempo de bluswerken te organiseren.
Langs de torentrap gingen emmers water als een ketting van hand tot hand, maar nog vooraleer de top werd bereikt, schoof de maan doorheen de nevel en moesten de moedige Mechelaars toegeven, dat ze slechts de rossige nevelgloed van de maan hadden gezien. Hoewel ze geprobeerd hebben de zaak stil te houden, konden ze niet verhinderen dat er zelfs over de landsgrenzen heen hartelijk om werd gelachen. Die spotnaam "Maneblussers" zouden zij voor altijd bewaren.
OP-SIGNOORKE
Al sinds de middeleeuwen is OP-SIGNOORKE in de Nederlanden gekend als Mechelse
mascotte die in de praalstoeten en ommegangen wordt meegedragen en door middel van een groot lijnwaden doek in de hoogte wordt geworpen.
Zoals blijkt uit de oorkonden van het Mechels stadsarchief, werd deze pop door Valenteyn
van Lanscroon in 1647 uit hout gesneden.
Eerst kreeg hij de naam van "SOTSCOP", daarna veranderde dat in "Vuilen Bras", "Vuilen
Bruidegom" en "Vuilen Bruid".
De Mechelse praalstoeten lokten steeds ontzaglijk veel volk naar de gewezen hoofdstad der
Nederlanden.
Zij gaven dikwijls aanleiding tot allerlei voorvalletjes waarvan een der meest kenschetsende
zich voordeed op 04 juli 1775.
Toen de ommegang in de St-Katelijnenstraat aangekomen was, geraakte "SOTSCOP" buiten
bereik van het doek en kwam tussen de menigte terecht.
Eén der toeschouwers, een zekere Jacobus de Leeuw, een Antwerpenaar, stak zijn armen uit
om de pop af te weren, maar werd er van beschuldigd de "Sotscop" te willen roven.
De Mechelaars ranselden de dader duchtig af.
Hij werd te Mechelen gevangen gehouden, wist echter te ontsnappen en keerde naar de
Scheldestad terug "van den hoofde tot den voet bebloet".
In de maand augustus richtte Jacobus de Leeuw een protestbrief tot de Mechelse magistraat,
waarin hij zijn onschuld bepleitte.Dit avontuur was de oorzaak van de benaming "Signoor" of "Op-Signoor".
Dit laatste is hem tot op onze dagen bijgebleven.
Van dat ogenblik af, namen de Mechelaars hun voorzorgen tegenover alle mogelijke
weerwraak van de Antwerpenaars en "Op-Signoorke" werd steeds in een koffer, voorzien van
sterke sloetn, geborgen.
Op 7 december 1949 echter, stond Mechelen in rep en roer.
"Op-Signoorke" was ontvoerd.
Inderdaad, Antwerpse studenten waren er in geslaagd het stadsmuseum binnen te dringen en
met de pop, de koffer inbegrepen, op de loop te gaan.
Op 7 januari 1950 werd Op-Signoorke, tot grote vreugde van de Maneblussers, terug naar
Mechelen overgebracht.
De ontvoerders werden door de rechtbank gedaagd maar hoorden zich allen... .vrijgesproken. Vandaag vindt U hem in het Hof van Busleyden (Stadsmuseum).