Terug naar index
Ons Camers và Rhetorike
Verantwoordelijke uitgever:
Verbond van de Kamers van Rhetorica vzw.
Arduinkaai 28
1000 Brussel
website : www.rederijkers.org
28
e jaargang nr 2, april, mei, juni 2015
Redactie: Bauke van Halem
’t Haantje 2
4854 MV Bavel
Kopij naar:
bvh@vanhalem.nl
In dit nummer ...
Woordje van de redacteur
Beste rederijkers,
Het congres in Geraardsbergen komt ras naderbij en de tijd om alle
voorbereidingen te doen, lijkt haast te kort. Er wordt hard gewerkt
om een mooi congres neer te zetten! Zo schreef ik in het vorige
nummer van dit tijdschrift; maar nu reeds kom ik -een maand eerder-
met een nieuwe versie van dit blad om U eens te meer te attenderen
op het aanstaande congres in Geraardsbergen.
Naar ons bleek heeft menigeen van de vaste congresgangers zich nog
niet opgegeven voor het congres op 6 en 7 juni 2015.
Met groot enthousiasme roep ik U op om U zo snel mogelijk voor dit
boeiende congres op te geven.
De informatie in dit nummer, dat geheel aan Geraardsbergen is
gewijd, zal naar verwachting een extra stimulans zijn om U spoedig
in te schrijven via de website www.rederijkers.org/inschrijven
Lees! En verheug U over het boeiende Geraardsbergen.
Met genegen rederijkersgroeten,
Bauke van Halem
Nieuwsbrief
32ste Internationaal Rederijkerscongres
6 en 7 juni 2015 te Geraardsbergen
De Koninklijke Rederijkerskamer St.- Pieter Vreugd & Deugd nodigt
jullie uit op het 32ste Internationaal Rederijkerscongres
in Geraardsbergen op zaterdag 6 en zondag 7 juni 2015.
Iedereen wordt verwacht op het domein
Kasteel Oudeberg ‘Orangerie les Roses’ vanaf 10u30.
Rederijkerskamers dragen reeds een hele geschiedenis met zich mee,
ze zijn vaak heel ‘oud’. Ook al bestaan deze Kamers al heel lang,
toch is er nood aan zowel ‘jong’ als ‘oud’.
Vandaar ons thema: “Oud en Jong”.
Voor de Kamers die deelnemen aan het Rederijkersjuweel geldt de
formule van max. 5 deelnemende Kamers. Zij zullen allen naar vrije
keuze een stuk mogen opvoeren geregisseerd door een eigen
regisseur.
Inschrijving voor deelname aan het Rederijkersjuweel met opgave
van de acteurs en actrices v..r 15 mei 2015.
Datum van inschrijving is bepalend voor deelname.
INSCHRIJVEN
Ga naar www.rederijkers.org en klik op ‘Inschrijven’
U komt dan op de pagina waar U zich hetzij individueel, hetzij als
gehele kamer of groep kunt aanmelden.
U komt er ook door helemaal bovenaan de home-page te klikken op
‘actuee’l en dan in het pull-down menu-tje te klikken op
‘inschrijven’.
Mogelijk leest U nog dat aanmelding voor het rederijkersjuweel tot
uiterlijk 3 april is, maar dit is naar 15 mei geschoven.
Laatste inspiraties tot een opvoering tijdens het rederijkersjuweel zijn
dus nog mogelijk als U er snel bij bent, want na de 5e inschrijving
voor die deelname moeten we helaas stoppen.
Zodra Uw aanmelding voor het rederijkersjuweel binnen is, zullen
wij U al dan niet bevestigen dat U kunt deelnemen.
Zaterdag 6 juni 2015
10u30 | Ontvangst op het Kasteel Oudeberg ‘Orangerie les Roses’.
|
11u15 | Statutaire vergadering.
Demonstratie en degustatie van de Geraardsbergse
mattentaart. |
13u00 | Wandeling (afdaling) via de Muur naar de Markt van
Geraardsbergen. |
13u30 | Onthulling van het kostuum voor Manneke Pis, geschonken
door het Verbond. Aansluitend degustatie van streekbieren +
broodjes op het stadhuis. |
15u00 | Vertrek culturele wandeling met stadsgids.
Start op de Markt - einde boven op de Oudeberg. |
17u30 | Diner op het Kasteel Oudeberg in ‘Orangerie les Roses’ |
20u00 | Tuinopvoering voor het Rederijkersjuweel. |
22u00 | Uitreiking Rederijkersjuweel.
Nadien gezellig samenzijn met muzikale omlijsting. |
Zondag 7 juni 2015
9u30 | Ontvangst met koffie en thee in ‘Orangerie les Roses’.
Tentoonstelling uit eigen archief.
|
10u30 | Academische zitting opgeluisterd door het
‘Reuzenintermezzo’.
Toespraak ‘De Thaboristen’ door André Batselier.
Toekenning ‘Erevoorzitterschap’ aan dhr. Emiel François
voor zijn uitzonderlijke verdiensten binnen het Verbond.
|
12u30 | Lunch in ‘Orangerie les Roses’.
|
15u00 | Toespraak door Burgemeester Guido De Padt en
Kristin Vangeyte, Schepen van Cultuur en Toerisme.
Toonmoment door de K.R. St.-Pieter Vreugd & Deugd -
thema ‘Cyriel Buysse’.
Voorstelling 33ste Internationaal Rederijkerscongres 2016 te
’s Hertogenbosch, georganiseerd door Moyes’ Bosch.
Overhandiging van de bulle voor de organisatie van het
congres 2014 aan de Rederijkerskamer ‘De Waag' uit
Liedekerke.
Slotwoord door de voorzitter van het Verbond van de Kamers
van Rhetorica. |
Kennismaking met onze stad
Geraardsbergen en zijn geschiedenis
Geraardsbergen dankt zijn ontstaan als stad aan zijn, in de 11de
eeuw, strategisch belangrijke ligging. De stichting van de
zuidoostelijke hoek van het actuele Oost-Vlaanderen door Boudewijn
VI, graaf van Vlaanderen maar ook graaf van Henegouwen, wordt
doorgaans gesitueerd in de periode 1067-1070. Waarschijnlijk moet
dit initiatief worden gezien als een voorzorgsmaatregel van de graaf
voor het geval één van de buren - de Duitse keizer in wiens rijk de
aangrenzende gouw Brabant gelegen was, en/of de toekomstige graaf
van Henegouwen - een bedreiging zou gaan vormen voor
Vlaanderen.
Om mensen aan te lokken en de stad te bevolken, schonk de graaf via
een zogeheten stadskeure tal van rechten, waaronder een
gegarandeerde vrijheid, wat, in een wereld waar lijfeigenen de
meerderheid vormden, alles behalve een evidentie was. Er bestaat
geen geschreven document van deze keure uit de periode 1067-1070.
Vermoed wordt dat de oorspronkelijke keure een mondelinge
toezegging was die pas nadien schriftelijk is bevestigd door Filips
van den Elzas, die graaf van Vlaanderen was van 1168 tot 1191. Een
in hedendaags Nederlands vertaalde replica van de stadskeure of,
correcter gezegd, van een kopie uit 1350, in kalligrafisch schrift, is
sinds 1993 te bezichtigen in de grote inkomhal van het stadhuis op de
Markt.
Na een ietwat aarzelende start groeide de stad tot een belangrijk
centrum in Vlaanderen.
Vervolgens ondernam de graaf, hierbij gesteund door de heer van
Boelare, voetstappen om de abdij van Dikkelvenne over te brengen
naar de nieuwe stad (eind 11de eeuw). Zo ontstond de Sint-
Adriaansabdij die, dankzij de verering van de Heilige Adriaan als
pestheilige, een dusdanige aantrekkingskracht én uitstraling
ontwikkelde dat Geraardsbergen op een bepaald moment zelfs
Adrianopolis werd genoemd.
Omstreeks 1200 werd de stad begiftigd met het Onze-Lieve-
Vrouwhospitaal, één der oudste ziekengasthuizen van het land.
Het Geraardsbergen van vandaag is ontstaan uit een fusie van niet
minder dan 16 gemeenten. In 1971 was er een eerste fusie tussen de
toenmalige stad Geraardsbergen en de landelijke gemeenten
Onkerzele, Overboelare, Goeferdinge en Nederboelare.
Tijdens een tweede fusieoperatie in 1977 breidde het grondgebied
van zich nog verder uit met de gemeenten Schendelbeke, Idegem,
Moerbeke, Viane, Zarlardinge, Ophasselt, Smeerebbe-Vloerzegem,
Grimminge, Zandbergen, Nieuwenhove en Waarbeke. Vóór de fusie
was de stad Geraardsbergen niet groter dan 191 ha, vandaag
bedraagt haar oppervlakte 7.971 ha.
Historische gebouwen in onze stad
Sint- Bartholomeuskerk
Gelegen op de Markt van Geraardsbergen
Aan de oorsprong van de kerk ligt de 12de eeuwse
‘Capelle van Onze Lieve Vrouw ter Maerct'. Bij het
begin van de 16de eeuw werd het kerkje vergroot en
kreeg het een gotisch uitzicht dat sterk overeenkomt
met dat van de huidige hoofdkerk.
Tijdens de herstellingswerken van 1580-1618 werden
de gotische motieven door barokke figuren vervangen.
De laatste grote verbouwingswerken (1876-1895)
geven de hele voorgevel en het interieur een neogotisch uitzicht.
Stadhuis
Gelegen op de Markt van Geraardsbergen
De oudste afbeelding van het schepenhuis staat
waarschijnlijk op een schepenregel van 1275. Het
gebouw werd meermaals ernstig beschadigd en
hersteld. In 1752-1753 kreeg het schepenhuis een
eigentijds rijke rococo- aankleding. De jongste
neogotische restauratie van 1893-1896 is
uitgevoerd naar een ontwerp van architect Pieter Langerock.
Marbol
Gelegen op de Markt te Geraardsbergen
De Marbol, vervorming van Marktborre, wordt reeds
vermeld in de oudste gekende stadsrekening 1392-
1393, en is de oudste gotische fontein van onze
provincie. Ze ontving haar water van de Oudenberg.
De oorspronkelijke zandstenen achthoekige zuil, met
driepasnissen onder wimbergen en pinakelbekroning, verhuisde in
1935 naar het binnenhofje van het hospitaal. Het huidige exemplaar
is merkelijk hoger dan het oorspronkelijke.
Onze-Lieve-Vrouw Hospitaal
Gelegen op de hoek van de Grotestraat met de Gasthuisstraat in het
centrum.
De oudste vermelding van het Hospitaal dateert van
1238. Het onderging meerdere verwoestingen,
herstellingen en transformaties. De oudste nog
bestaande kernen zijn twee armen van de
kloostergang (1636) en de hieraan verbonden
vleugels met o.a. de bisschopzaal (1644-1647). De
huidige kapel dateert van 1761-1763. In 1890-1908
verrezen aan de straatzijde de twee imponerende neogotische
vleugels, dankzij een schenking van Gustaaf Verhaeghe.
Hunnegemkerk
Een villakerkje uit de 8ste-9de eeuw ligt aan de basis van deze oude
Geraardsbergse parochiekerk, die in 1096 aan de pas gestichte abdij
werd geschonken.
Het oorspronkelijk Romaans zaalkerkje kreeg in de 13de-14de eeuw
een verlengd schip en een spits gotisch torentje. De abdij schonk de
kerk in 1624 aan de zusters Benedictessen die hier een klooster
oprichtten en het gebedsoord uitbreidden met een koor en een pand.
De kerk dankt haar neogotisch interieur (1887) aan Louis Bert-de
L'arbre.
Sint- Adriaansabdij
Gelegen in de Abdijstraat te Geraardsbergen
In 1096 bracht de bisschop van Kamerijk op
verzoek van de Vlaamse Graaf de abdij van Sint-
Pieter uit Dikkelvenne naar de pas gestichte stad
van Geraardsbergen. Door de translatie van het
gebeente van de Heilige Adrianus naar wie de
abdij sinds 1175 werd genoemd, groeide het
klooster uit tot een belangrijk
bedevaartsoord. Van deze grootse benedictijnenabdij bleven na
verkoop en slopingen in 1799 enkel het statige Abtenhuis, het
koetshuis en Poortgebouw over.
Abdij
Rijksmiddenschool
Gelegen aan de Kaai te Geraardsbergen
In 1881 werd de stad verplicht gemeentelijk lager-
en kleuter- onderwijs in te richten. De school
werd voltooid in 1883 op het terrein van het
gesloopte begijnhof. De monumentale
neoclassicistische gevels van het hoofdgebouw en
de twee dienstgebouwen aan de andere kant van
de school zijn de meest imposante voorbeelden
van de 19de eeuwse burgerlijke architectuur in de
stad. In 1949 werd in het gebouw een aparte Rijksmiddelbare school
voor meisjes ingericht en in 1971 kreeg de
Middenschool
Rijksmiddenschool hier een onderkomen.
Dierkost
Gelegen in de Dierkoststraat te Geraardsbergen
Dierkost
De Dierkost, een vestigingstoren in pofiersteen, was
een belangrijk element van de stadsomwalling tussen
de Putsemainpoort en de Overpoort, midden 13de
eeuw. Nadat hij gedurende eeuwen de weg naar
Henegouwen had gedomineerd, deed hij o.a. ook
dienst als stadsarchief, schuiloord voor de notabelen
en lokaal van de Schuttersgilde van Sint- Sebastiaan. Toen de
stadsmuren van de bovenstad werden gesloopt in 1817-1818 werd de
Dierkost hersteld met bak- en zandstenen.
Liberale Kring
Gelegen op de Markt te Geraardsbergen
Cerkel
In 1817 gaf François Spitaels de architect
Lodewijk Roelandt de opdracht een bankhuis in
empirestijl te ontwerpen op de plaats waar
voorheen het 'Groot Landhuis' stond. In het fries
boven de ramen liet hij tussen de emblemen van
de Handel, de Overvloed en de Scheepvaart, zijn
naam plaatsen. De vooruitspringende zijvlakken
werden verfraaid met zuilen en kappen die de werelddelen
voorstellen. Na het bankroet van zijn zoon Prosper Spitaels werd het
gebouw aangekocht door zijn Liberale vrienden, die er hun
partijlokaal inrichtten.
Sint-Catharinakerk
Gelegen in de Collegestraat te Geraardsbergen.
De Kathelijnekapel, reeds vermeld in 1247, deed
dienst als kerk van de wevers tot ze in 1515 werd
geïncorporeerd door de Sint- Adriaansabdij, die ze in
1622 afstond aan de Miniemen. De nieuwe
kloosterkerk (1640) met barokke voorgevel en
bekroonde vierkante toren bleef tot op heden
nagenoeg ongewijzigd. De kloostergebouwen, waarin
sinds 1824 het stadscollege was gehuisvest, werden
in 1850 overgenomen door de bisschoppelijke overheid.
Kapel op de Oudenberg
Gelegen op de Oudenberg te Geraardsbergen
De kapel op de Oudenberg werd oorspronkelijk
gebouwd als bidplaats door een kluizenaar in 1294.
In een latere kapel werd in 1648 het genadebeeldje
van Onze-Lieve-Vrouw geplaatst, zodat de kapel
een bedevaartsoord werd voor Geraardsbergen. De
Oriëntatietafel duidt de hoogte aan nl. 110 meter
boven de zeespiegel en situeert de omliggende dorpen. Van bij de
zuil die afkomstig is van de oudste stadsomwalling krijgen we een
weids panorama over de streek.
De drie M’s
Manneken Pis
Brussel en Geraardsbergen, beiden
hebben ze een Manneken Pis,
akkoord. Maar dat van
Geraardsbergen is het oudste. Veruit
zelfs: het scheelt op de kop 160 jaar.
Met andere woorden, toen het
Manneken van Brussel aarzelend
begon te wateren, had dat van ons al
een hele Dender volgeplast.
Verzinsels? Neen, de waarheid.
Historisch bewezen. En loepzuiver
aan de hand van stadsrekeningen.
Ach, ons Manneken Pis! Als wij
Geraardsbergenaars niet zo bescheiden waren, we zouden er
heroïsche verhalen kunnen over vertellen. Maar laten we kort zijn.
Het verhaal begint in 1452. Een voor ons niet zo fraai begin
overigens, want dat jaar legden horden woeste Gentenaars - die
trokken toen wel vaker op rooftocht - onze stad plat. Zelfs de
fonteinen op de Markt gaan voor de bijl. Van eentje daarvan
ontvreemden de barbaren zelfs een sierlijk gesculpteerde leeuw, die
dienst doet als een fonteinspuiter. De Geraardsbergenaars zijn danig
op hun hart getrapt en lichtelijk woest. Toch houden ze het
beschaafd, en ze stuurden spoorslags ene Hendrik Joos naar Gent,
om hun leeuw beleefd terug te vragen. Hendrik vangt bot. Dan - we
schrijven 1455 - krijgt de stadsmagistraat van Geraardsbergen de
gezegende inval om bij de Brusselse fonteinmeester Jan Van Der
Schelden een "lattoenen mannekin", oftewel een mannetje in
messing, te bestellen. Een daad die mag worden gezien als de
uitdrukking van de vernieuwde levenswil van de Geraardsbergenaars,
na de verwoestingen van 1452. Het eerste Manneken Pis dat geleverd
wordt, blijkt een paar maten te groot te zijn voor de sokkel. Geen
nood, er wordt een kleiner gecommandeerd. Voorjaar 1459 ziet dat,
na een zwangerschap vol hindernissen, het levenslicht. Het weegt
45,5 pond. Manneken Pis van Geraardsbergen is geboren. Pas zegge
en schrijve 160 jaar later zal zijn Brusselse evenknie - die dus een
imitatie is - ter wereld komen.
Het Geraardsbergs Manneken Pis heeft honderden kostuumpjes. Een
aantal ervan staan permanent tentoongesteld in De Permanensje. De
overgrote meerderheid van de plunjes vonden onderdak in het Huis
Manneken-Pis
Rond het Geraardsbergs Manneken Pis werd een broederschap
opgericht. De kapitteldag van het Broederschap van Manneken Pis
vindt plaats de 2de zondag van juni gevolgd door de onthulling van
Manneken Pis en de gouden Manneken-Pisworp.
De Muur
Op deze wereld zijn drie "Muren"
wereldberoemd: de Chinese, de
Berlijnse en die van Geraardsbergen.
Terecht, want alle drie hebben ze de
geschiedenis bepaald. Die van Berlijn is
jaren geleden gevallen en opgeruimd.
Zand erover dus. Blijven over de
Chinese en de onze. Dat de onze het
meest tot de verbeelding spreekt is historisch bekeken misschien een
betwistbare stelling - de Chinese is tenslotte iets langer en bovendien
van in de ruimte goed te zien - maar de onze is die van de Ronde. Die
van de coureurs en daarmee is alles gezegd.
Muur
Voortaan kan u bij de beklimming van de Muur op een zevental
plaatsen uitblazen en ondertussen genieten van kunst en literatuur.
Langs het wielermonument werden exclusieve kunstwerken geplaatst
die wielergedichten van Willy Verhegghe dragen.
In het voorjaar van 2004 werd in de aanloop naar de Ronde van
Vlaanderen de gerenoveerde Muur plechtig heropend. Ter
gelegenheid werd het toepasselijke gedicht 'De Muur' van Willie
Verhegghe aangebracht op de gevel van 't Hemelrijck. Daar ontstond
de idee om op de Muur meerdere gedichten van deze bekende
wielerdichter te presenteren om de uitstraling van het monument nog
te vergroten. Een aantal gedichten van Willy Verhegghe werden
geselecteerd, vormgever MaRF werd aangesproken om een aantal
kunstwerken te kiezen als drager van de gedichten.
De Geraardsbergse mattentaart
Geen enkele passant of toerist kan Geraardsbergen verlaten zonder een mattentaart te hebben geproefd.
Dat mensen in staat zijn met simpele grondstoffen als melk, eieren en
griessuiker een gebak uit de oven te toveren waarvoor iedere bezitter
van fijngevoelige smaakpapillen meteen door de knieën gaat, dat ligt
aan drie troeven die zo Geraardsbergs zijn als maar kan, met name
een ervaring die eeuwen overspant, de vakkennis van het plaatselijk
bakkersgild en de malse weidegronden waarop de koeien in en om de
stad mogen grazen.
U vindt mattentaarten bij alle bakkers in de stad.
Enkel op de originele manier bereide taarten uit Geraardsbergen en
Lierde mogen de naam Geraardsbergse Mattentaarten dragen, want
de Geraardsbergse mattentaart is erkend als Europees streekproduct.
De Geraardsbergse mattentaart wordt gemaakt
van zuiver natuurlijke producten. Het
belangrijkste ingrediënt is de matten. Verder
heb je ook bladerdeeg, suiker, boter, eieren,
amandelessence of gemalen amandelen en een
snuifje zout.
De reuzen
De stad Geraardsbergen heeft drie
prachtige reuzen. Reus Goliath is
4,75 meter groot en weegt 122 kg.
Alleen zijn hoofd met zinken helm
weegt 25 kg.
Reuzin Gerarda Ghislaine Agnes
Frieda: is 4,16 meter groot en
weegt 98 kg. Ze werd pas in april
1988 gedoopt want zij had voordien nog geen naam.
Reuzenkind Kinneke Baba is 2,50 meter groot en weegt 60 kg.
Reeds in 1567 wordt er in de oorkonde van de stad Geraardsbergen
een reus vermeld met de naam 'Clays de Innocent'. Deze was gekleed
met een violetkleurig laken, afgeboord met geel.
De vroegste vermelding van een reus in Geraardsbergen komt voor
in de stadsrekening van 1577-1578 "... ‘t maecken van den ruese
Goliath een nieuw cleet ...". Dus in 1577 beschikte Geraardsbergen al
over een reus die vermoedelijk heel wat ouder moet zijn geweest.
Uit de stadsrekening van 1643 kan afgeleid worden dat in de
Ommeganck van dat jaar slechts 1 reus opstapte, Goliath dus.
Pas in 1807 wordt voor de eerste keer melding gemaakt van drie
reuzen. De gemeenteraad van 30 mei 1807 besliste namelijk: "De
structuur en de kledij te hernieuwen van de grootste reus Goliath, van
zijn vrouw en van het kind, zijnde oude monumenten van de stad".
De reuzin en Kinneke Baba zijn dus heel wat ouder dan 1807.
De gemeenteraad laat in 1865-1866 het reuzengezin grondig
aanpakken. Aan de toenmalige vermaarde beeldhouwer Prosper
Speck (1832-1898) werden de restauratiewerken aan de reuzen
toegewezen. De koppen, het vlechtwerk, de schouderstukken,
diadeem en de kledij werden grondig aangepakt.
Een meer recente herstelling dateert van 1977. Toen kregen de
reuzen nieuwe klederen en herstelde een mandenmaker het
vlechtwerk.
In 1996 werd de rieten onderbouw en kledij vernieuwd (kledij werd
gemaakt door het KTA (nu KA) van Geraardsbergen.
Nadat de reus Goliath en zijn gezellin Gerarda tijdens de autovrije
zondag in september 2002 door een hevige windstoot tegen de grond
werden geblazen hebben onze stadsdiensten hun hoofden
gerestaureerd.
Krakelingen en Tonnekensbrand
Krakelingen en Tonnekensbrand is een eeuwenoud dubbelfeest in
Geraardsbergen.
Het dubbelfeest werd in 2008 opgenomen in de Inventaris van
Immaterieel Cultureel Erfgoed Vlaanderen en ingeschreven op de
Representatieve Lijst van Immaterieel Cultureel Erfgoed van de
Mensheid van Unesco in 2010.
Op één en dezelfde dag viert Geraardsbergen tweemaal feest:
Krakelingen en Tonnekensbrand. De oudst bewaarde stadsrekening
(1393) vermeldt reeds de onkosten voor het vuurfeest
Tonnekensbrand, dat toen ook al door het stadsbestuur georganiseerd
werd en toen reeds een oud gebruik genoemd werd. Sindsdien vinden
we de bewijzen van zowel Krakelingen als Tonnekensbrand
ononderbroken terug in de stadsrekeningen, met uitzondering van de
godsdienstoorlogen in de 16e eeuw en de Eerste en Tweede
Wereldoorlog.
De historische stoet
Om 15 u start aan de romaanse kerk van Hunnegem een historische
stoet, die een kleurrijk beeld geeft van zowat 25 eeuwen geschiedenis
van Geraardsbergen. Voorop lopen de deken en het stadsbestuur in
historische kledij. De circa 1000 figuranten zijn grotendeels lokale
vrijwilligers die, al dan niet in school- of verenigingsverband, zich
jaarlijks inzetten voor de uitbeelding van de historische stoet. Hierin
treden historische feiten (Keltische elementen en de nederlaag van
Geraardsbergen tegen het leger van de graaf van Vlaanderen o.l.v.
Walter van Edingen) in dialoog met de sagevorming rond de
oorsprong van de feesten (cfr infra). Hierdoor ontstaat een brede
reflectie over het eigen cultureel erfgoed.
Om dit bewustzijn bij de bevolking te bevorderen wordt elk jaar,
naast de substantiële kern van de geschiedenis, een aspect van het
historisch-volkskundig patrimonium speciaal belicht. De jongste
jaren waren dit o.a. de contacten van Geraardsbergen met Latijns-
Amerika (het missiewerk van Pedro de Gante, de uitwijking naar
Vera Paz in de 20e eeuw), de rol van vrouwen in de opbouw van de
stad, lokale middeleeuwse ambachten en 19e-eeuwse industrieën
(orgelbouwers, kantwerk, sigaren), regionale kunstenaars met
internationale faam, de volkskundige en cultuurhistorische inbreng
van de deelgemeenten in de fusie.
Krakelingenworp (in de volksmond "Mastellenworp")
Aan het einde van de stoet trekken de druïden, de deken, het
stadsbestuur, de broodmandendragers en duizenden toeschouwers
naar de top van de Oudenberg (110 m).
De deken (de geestelijke overheid) bidt samen met het stadsbestuur
(de wereldlijke overheid) tot Onze-Lieve-Vrouw in de
Oudenbergkapel terwijl de menigte rond het podium plaats neemt om
zoveel mogelijk krakelingen te vangen. Vooraleer ze de ca 10 000
krakelingen ("mastellen" in de volksmond) mogen gooien, moeten de
deken, de burgemeester, de schepenen en de gemeenteraadsleden uit
een 400 jaar oude zilveren coupe een slok wijn met een levend visje
opdrinken.
Daarna gaat de eigenlijke krakelingenworp van start. Eén broodje
bevat een briefje dat recht geeft op de gouden krakeling: een uniek
juweel in de vorm van het beroemde broodje, telkens ontworpen door
een andere lokale juwelier.
Na de worp kan iedereen een paar uurtjes uitblazen op de foor in het
stadscentrum.
Tonnekensbrand, een vuurfeest
Om 20 u wordt op de top van de Oudenberg een stropop aangestoken
om de winter te verjagen en de nieuwe lente te verwelkomen terwijl
volksdansers voor de sfeer zorgen. In enkele omliggende gemeenten
wordt de Tonnekensbrand met een kleiner vuur "beantwoord". Op de
Oudenberg worden brandende fakkels aan de omstaanders uitgedeeld
en die brengen het vuur naar de Markt, waar de kermismolens op
volle toeren draaien.
Symboliek
Het dubbelfeest bevat zowel christelijke (b.v. de rol van de deken)
als voorchristelijke elementen (vuur, levende vis, brood, tijdstip). De
voorchristelijke dateren vermoedelijk uit de Keltische periode. De
krakeling is een ringvormig broodje van 10 cm diameter. Deze vorm
verwijst naar een cultusbrood, dat de cyclus van de seizoenen of van
het leven symboliseert. Het feest wordt trouwens op het einde van de
winter gevierd: tot 1960 de eerste zondag van de vasten, nu de op één
na laatste zondag vóór de eerste maandag van maart.
De Tonnekensbrand hoort thuis in een bredere traditie van
voorchristelijke vuurfeesten en symboliseert het einde van de winter,
de terugkeer van het licht en het leven.
De deken, de burgemeester, de schepenen en de gemeenteraadsleden
drinken elk een klein levend visje, eveneens symbool van het nieuwe
leven, in een schaal met wijn, teken van feestvreugde en
verbroedering. Dit laatste gebruik, al in 1599 door de humanist Joos
Schollaert in detail beschreven, werd in 1997 door de
dierenrechtenorganisatie Gaia aangeklaagd maar het stadsbestuur
werd door de diverse gerechtelijke instanties in het gelijk gesteld.
Sage
Sedert het begin van de 19e eeuw wordt gewag gemaakt van een
historische sage rond de oorsprong van het Krakelingenfeest. Toen
Geraardsbergen in 1381 door de troepen van Walter van Edingen
omsingeld werd en met uithongering bedreigd, zou het stadsbestuur
een list bedacht hebben om aan de bezetting te ontkomen: de laatste
resten brood en haring werden als "teken" van overvloed over de
stadsmuur gegooid en de belegeraars dropen ontmoedigd af...
In de historische stoet wordt deze sage getoetst aan de historische
realiteit, die voor Geraardsbergen veel minder fraai was: de stad
werd in een mum van tijd ingenomen en verwoest. De sage blijft
evenwel hardnekkig verder leven.
Processie van Plaisance
Elk jaar is er in Geraardsbergen ter gelegenheid van de kermis de
'Processie van Plaisance'.
De oorsprong van deze gebeurtenis heeft te maken met de relikwieën
van St.-Bartholomeus, de patroonheilige van onze dekenale kerk.
Sedert in 1515 de relikwieën van de heilige Bartholomeus
overgebracht werden van St. Martens Lierde naar Geraardsbergen
gaat jaarlijks een ommegang door op de feestdag van de Heilige
Bartholomeus, 24 augustus, ofwel de zondag nadien (als de feestdag
niet op een zondag valt).
Bijna 500 jaar gaat deze 'leutige ommegang'
door en worden de relikwieën door de
kerkraad en de Geraardsbergse bevolking
door de binnenstad rondgedragen.
Dit is een uniek evenement omdat vooral de
diverse verenigingen op die manier (in hun
kleding) hun vereniging in de kijker zetten.
Meestal worden zij voorgegaan door hun
eigen 'Manneken-Pis' in het pakje van de
desbetreffende groep, bijvoorbeeld de
fietsclub met het beeldje verkleed in een
plunje van fietser.
Ook de 3 reuzen van Geraardsbergen stappen mee op in deze stoet.
Het gebeuren eindigt meestal met een groot feest in de herbergen op
de markt, waarbij een levende Bartholomeus wordt rondgedragen,
gevolgd door de fanfare die de bezoekers tot na de middag laten
meegenieten van leute met een goede pint en luid gezang.
Musea
Geraardsbergs Heemkundig Archief
Uit ons verleden resten ons niet alleen tal van historische
monumenten, ook de getuigenissen van ons rijk economisch verleden
zijn samen met het Heemkundig Archief een bezoekje waard.
Het G.H.A. richt zich tot eenieder die interesse vertoont voor het
heemkundig erfgoed van de stad Geraardsbergen en die op zoek is
naar gegevens over onze stad, zoals studenten, persmedewerkers,
heemkundigen, vorsers, stamboomonderzoekers, enz...
De Permanensje
Het vroegere Manneken-Pismuseum
werd samen met het oude infokantoor
volledig verbouwd tot een modern
toeristisch infokantoor en
streekbezoekerscentrum "De
Permanensje".
Een deel van de kostuumpjes van de
Manneken-Piscollectie staat
tentoongesteld achter de infobalie, een ander deel kan je sinds kort
bewonderen in hun nieuwe stek: het Huis Manneken-Pis, recht
tegenover De Permanensje op de Markt.
In De Permanensje, kan je op een
aantrekkelijke manier kennismaken met
al de troeven van Geraardsbergen en de
Vlaamse Ardennen. Bezoekers krijgen
er een multimediale beleving met video,
klank en zelfs geuren.
De Permanensje
Huis Manneken-Pis
Sinds mei 2014 kreeg de oudste inwoner van Geraardsbergen
eindelijk wat hij verdient: een eigen huis op de eerste en tweede
verdieping van het Liberaal Gebouw, recht tegenover De
Permanensje op de Markt. In het nieuw ingerichte Huis Manneken-
Pis vind je naast beeldjes en kostuums ook heel wat relikwieën en
alles wat met Manneken-Pis te maken heeft.
Geraardsbergse Musea
- Het Lucifermuseum,
- het Chantillykantmuseum,
- het Brouwerijmuseum,
- het Pijpenkabinet
- en het Sigarenmuseum
zijn ondergebracht in de
vroegere Muziekacademie,
Kollegestraat nr 26.
Museum 't Aloam
Het museum 't Aloam is ondergebracht in
een zeer oude watermolen die tot 1992 in
werking bleef. Hij bestond al in 1293 en
onderging verschillende verbouwingen.
Zo werden in 1905 twee turbines geplaatst.
De Mertensmolen stond bekend tot ver
buiten Geraardsbergen voor het malen van
graan.
Naast de gerestaureerde oude molen, de
originele molenaarswoning, en het oude
klaslokaaltje anno 1900, werd hier een
grote verzameling gereedschappen op
didactische wijze ondergebracht en
voorgesteld: hoefsmid, smid, houtbewerker, klompenmaker, schoenmaker, steenkapper, sigarenmaker, hoedenmaker, kuiper, loodgieter,
beenhouwer, strovlechter