Terug naar index
Ons Camers va Rhetorike
Contactadres en verantwoordelijke uitgever Verbond van de Kamers van Rhetorica vzw.
-
Emiel Fran�ois
Louis Callebautstraat 50 B
9320 Nieuwerkerken,
e-mailadres : emiel.francois@skynet.be
website : www.rederijkers.org
19de jaargang nr 3
In dit nummer ...
Beste vrienden Rederijkers,
Het 23ste Internationaal Rederijkerscongres kende een geweldig
succes.
Wederom konden wij tal van bekenden begroeten en werden wij
door de inrichtende Kamer vergast op een goed gevuld programma.
Een mooie stadswandeling , een prachtig concert, een paar goede
retoren een schitterend festival en vooral tijd voor een gezellige
babbel waren de ingredi�nten.
De algemene vergadering bevestigde mij en de andere
herverkiesbare raadsleden in hun mandaat en in de raad van
bestuur werden wij bevestigd in onze functies.
Ook de aanvaarding als raadslid van de huidige hoofdman van De
Fonteine werd met eenparigheid goedgekeurd.
Wij mogen dan ook Freddy Van Besien verwelkomen op de
eerstvolgende raadsvergadering.
Wij zullen tijdens dit nieuw mandaat trachten de werking verder
uit te bouwen en de samenwerking te bevorderen.
Wij zullen erover waken dat de komende jaren de congressen
verder evolueren zoals onze voorgangers het wilden en ook zullen
wij trachten de internationale betrekkingen te verstevigen .
In het vooruitzicht van het 24ste internationaal congres dat volgend
jaar te 's Hertogenbosch plaats heeft is dit van cruciaal belang.
Met vriendelijke rederijkersgroet,
Emiel Francois Voorzitter.
Brugge 30� in de schaduw.
Het moet niet altijd 'Brugge in de regen' zijn.
In het weekend van 10 en 11 juni had het jaarlijkse internationaal rederijkerscongres plaats in een zinderend en oververhit Brugge. Een gevarieerd, edoch puffend, programma. Aan dit laatste konden de gast-organisatoren van de Kamer van Retorika "de Gezellen van de H. Michiel", uiteraard weinig doen, mooi weer is lekker meegenomen, maar 'hitte' kan er soms te veel aan zijn. Gelukkig werd overal, al dan niet bewust, een mouw aan gepast.
Vanaf 14.00 uur was er onthaal van de congressisten in het Strijdershuis in de Brugse Hallestraat. Een kelder, gelukkig lekker fris. Weerzien van collega-rederijkers na lange tijd, bij een kopje 'warme' koffie. Als het warm is, moet men warme dranken drinken niet?
Als tweede deel van het zaterdagprogramma stond er een stadswandeling op het programma. Nu ja, dacht ik bij mezelf, bij deze temperaturen alweer een stadswandeling door Brugge. Alsof ik Brugge nu nog niet zou kennen. Zou het toch niet beter zijn ergens een terrasje in de schaduw op te zoeken? Ondertussen werd ondergetekende aangeduid door Emiel als 'Chinese' verslaggever. Jammer voor het terrasje, maar er onderuit muizen kon dus niet meer. En, hebben we het ons beklaagd?... Natuurlijk hebben we het ons niet beklaagd. Eerst en vooral werd het een 'schaduwwandeling', langs koele plekjes, om zoveel mogelijk de verschroeiende zon vermijden. En zie, we zijn maar net vertrokken, en op de binnenkeer van de in de 13de eeuw gebouwde Brugse 'Hallen' leer ik alweer wat bij. De 'Hallen' werden gebruikt voor het verhandelen van het Vlaamse laken. Tot zover niets nieuws onder de 'smeltende' zon. Maar, dat Brugge in die periode eigen kleiputten had, waarvan de klei gebruikt werd om bakstenen te maken, die dan weer gebru
ikt werden voor onder meer de bouw van een deel van de 'Hallen' wist ik dan weer niet. In de toren
hangen bovendien vier klokken, met elk haar specifiek doel. Er was de 'broodklok' die de schafttijd aankondigde, de 'werklok' die het begin en einde van de werktijd klepte, de 'brand'- en 'alarmklok' en tenslotte de 'schepenklok', die geluid werd bij het afkondigen van de 'hallegeboden'. Wist ik ook niet.
Verder volgen de gekende plekjes als de Markt, het Huide-vettersplein en het park rond het Gruuthuusemuseum. "Gruut' is trouwens een mengsel van kruiden dat gebruikt werd om bier te brouwen, wist ik ook niet. Hierop werd belasting geheven, en deze belastingssommen zorgden voor de rijkdom van de heren van Gruuthuuse. Verder waren er nog het Sint-Janshospitaal, de Burg met naast de gekende stadhuisgevels het Paviljoen Toyo Ito, door de Bruggelingen ook wel eens 'de carwash van de gouverneur' genoemd, enz... En plots wordt het zowaar een ingekorte wandeling. Niet door de hitte, maar de gids was zo enthousiast tijdens zijn uitleg op de diverse plekjes, dat het al snel vijf uur werd. Tot het avondmaal was er immers nog een uurtje vrij voorzien. Om eindelijk dat geplande terrasje te doen, bijvoorbeeld. Een uitstekend idee, met dat weertje mag je alleen in Brugge dan geen Duvel bestellen. 5,00 euro, te pakken of te laten. Met dat weer... te pakken dus.
Het avondmaal had vervolgens plaats in het reeds vermelde Strijdershuis. Voldoende vocht om de dorstigen te laven, het spijzen van de hongerigen was echter aan de povere kant. De maaltijd werd opgefleurd door een aantal kniegedichten van o.m. Keizer Niek Exalto van de rederijkers van de Pelicanisten van 'Trou moet Blycken' die het had 'Over Leed van Pelikaan'. Ook de Groninger Jan Albert Buiskool en Annemarie van Helvoirt en Carlo van de Water van 'Moyses Bosch' zetten hun beste beentje, ahum knietje, voor. Tot slot was er nog een dijgedicht van Gaston Kuyckx en als uitsmijter een 'servetgedicht' van 'Moyses Bosch'
Na het avondmaal ging het richting Brugse Stadsschouwburg voor het jubileumconcert van de "Gezellen van de H. Michiel". Dit avondoptreden, een selectie van mannenkoren, had plaats in een frisse Brugse stadsschouwburg. Voor de pauze bracht 'Het Bruocsella Symphony Orchestra' werken van Ludwig von Beethoven en Benjamin Britten. Na een verkoelende pauze, bracht het 'Brugs Mannenkoor' samen met hun collega-mannenkoren 'Kon. Kring de XX-en' uit Blankenberge en het 'Kon. Sint-Niklaasmannenkoor' uit leper en het vermelde orkest, tijdens een meer dan geslaagde samenzang, werken van Ostijn, Verdi, Mozart, Wagner, Strauss en Gounod. Meteen een mooie afsluiter van de eerste congresdag.
Na een korte, zwoele nacht, werd om 9.30 uur het startschot voor de tweede congresdag gegeven, met het onthaal en de begroeting van de deelnemers.
Ook op zondag waren de uitgekozen locaties heerlijk om toeven. Een koele raadzaal in het 'Provinciaal Hof' op de Brugse Markt voor het academische gedeelte.
Na de verwelkoming door Willy De Meyer, hoofdman van de Kamer van Retorika "de Gezellen van de H. Michiel", kwamen de gastsprekers aan de beurt.
Als eerste was er Dirk Geirnaert, over oude fabels in een nieuw rederijkersjasje, "De Warachtighe fabulen der Dieren", (Brugge 1567). Een boeiende uiteenzetting. Gepassioneerd door zijn onderwerp, verloor de spreker echter jammer genoeg de hem toegemeten tijd uit het oog, zodat naarmate de spreekbeurt vorderde, de aandacht van de aanwezigen een ietsje verslapte. Als tweede spreker had men Jo Berten gekozen die het had over "Woordenschat". Een schitterende, spitse, ontspannende voordracht met sneltreinvaart, vol woordspelingen, anekdotes... kortom, deze spraakwaterval was een streling voor het 'oor'.Tussendoor waren er muzikale intermezzi door Bram Uten. Ter afsluiting ontvingen de Antwerpse organisatoren van het
Congres 2005 hun 'bulle' en de rederijkers van Haarlem een herinneringsplaket als laureaat van de wagenspelen wedstrijd 2005.
Na het slotwoord door Verbondsvoorzitter Emiel Francois, trokken de deelnemers, onder een brandende zon, naar een frisse kelder van het Crowne Plaza hotel op de Burg, de restanten van de Brugse Sint-Janskerk, voor het uitgelezen middagmaal. Tijdens de maaltijd peilden de organisatoren van het Congres 2007, dat te 's Hertogenbosch zal plaatshebben, of er interesse was voor deelname aan een unieke wedstrijdformule ter gelegenheid van het congres. Vier maal vier acteurs en actrices, telkens uit twee Vlaamse en twee Nederlandse kamers, zullen gedurende 24 uur werken aan een eenakter. De acteurs en actrices zullen aan elkaar gekoppeld worden volgens het principe van ��n acteur/actrice uit iedere groep, zodat er vier nieuwe groepen gevormd worden. Gedurende ��n dag zullen ze onder leiding van vier regisseurs (twee uit Vlaanderen en twee uit Nederland die niet gebonden zijn aan ��n van de deelnemende kamers aan de wedstrijd) de eenakter instuderen en op zaterdagavond met elkaar in competitie treden. Een aantal V
laamse en Nederlandse kamers zijn inmiddels in de wedstrijdformule ge�nteresseerd. Ook werd het volledige congres door hen toegelicht.
Na de maaltijd volgde een (nog steeds verschroeiend) wandelingetje naar het Cirkeltheater. Hier hadden, na de statutaire vergadering, de optredens plaats in het kader van het toneelfestival, in een fris auditorium.
Hierbij optredens van (in willekeurige volgorde) Rosa Duchateau voor Rederijkerskamer Jhesus met der Balsemblomme uit Gent met het zelf geschreven 'Nannerls Verhaal'
en Gaston Kuyckx voor De Gesellen van den Palmryse uit Mechelen met de 'historie van Prulleken'.
Daarnaast brachten een aantal leden van het Brusselse Mariakransken een aantal gedichten en de leden van Moyses Bosch brachten op een originele manier de eenakter "..." van de Vlaamse auteur Freddy Van Besien.
Na de uitreiking van een erediploma aan de deelnemende kamers van het toneelfestival, volgde nog een korte, verkoelende afscheidsdrink, m.n. een frisse "Brugse Zot".
Tijd dus om afscheid te nemen en af te spreken volgend jaar in 's Hertogenbosch, 't Was een mooi, gevarieerd en boeiend congres, hitte of geen hitte. Trouwens, zelfs met de hitte kun je leren leven.
Wij spreken alvast af volgend jaar in 's Hertogenbosch.
Jan Rooms
SCHOONMAAK VAN KANTOORGEBOUWEN SCHOONMAAK VAN WINKELS EN SCHOLEN
GLASREINIGING
EERSTE SCHOONMAAK VAN NIEUWBOUW EENMALIGE OPDRACHTEN
AALST - ANTWERPEN - BRUSSEL - GENT- MECHELEN VRIJBLIJVENDE PRIJSOFFERTES
INFO @ CLEANCONTRACTORS .BE
Tel 070 / 22. 486
Verslag Algemene Vergadering te Brugge op 11-6-2006.
-
Aanwezig :
- Raadsleden : Jean De Groef, Willy De Meyer, Emiel Francois, Gaston Kuyckx Jean-Paul.Rooms,
- Roger Van de Voorde, Nicole Gits & Leon Van de Velde, ere-voorzitter
Kamers:
- - Koninklijke Aloude Rederijkerskamer De Catharinisten, Aalst
- - Koninklijke Aloude Rederijkerskamer De Goudbloem, Antwerpen
- - Koninklijke Aloude Hoofdrederijkerskamer De Violieren, Antwerpen
- - Rederijkerskamer De Egelantier, Aduard
- - Kamer Van Retorika De Gezellen van de H.Michiel, Brugge
- - Rederijkerskamer 't Mariakranske - De Wijngaard, Brussel
- - Rederijkerskamer De Coorenbloem, Brussel
- - Rederijkerskamer De Leliebloem, Brussel
- - Rederijkerskamer Moyses' Bosch, 's-Hertogenbosch
- - Hoofdkamer van Rhetorica De Fonteine, Gent
- - Overste ende Souvereine Princelycke Camere van Rhetorycke Jhesus metder Balsemblomme, Gent
- - Koninklijk Provinciaal Groninger Rederijkersverbond, Groningen
- - Rederijkerskamer Trou Moet Blycken, Haarlem
- - Rederijkerskamer Nut en Genoegen, Holwierde
- - Koninklijke Rederijkerskamer Tollens, Hoogezand
- - Rederijkerskamer Ons Genoegen, Leek
- - Rederijkerskamer De Ghesellen Vanden Palmryze, Mechelen
- - Rederijkerskamer De Wijngaard, Ronse
- - Rederijkerskamer Eendracht, Zuidhorn
Afwezig met kennisgeving : Jacques Bauwens en de Kamer Marien Theeren
Agendapunten :
Verwelkoming door de voorzitter op de jaarlijkse verplichte statutaire vergadering te Brugge in het kader van het jaarlijks congres.
1. Jaarverslag
N.Gits brengt verslag uit over de werking van het Verbond tijdens het voorbije dienstjaar,
Dit verslag wordt door de Algemene Vergadering zonder opmerkingen goedgekeurd.
2. Jaarrekening 2005
Willy De Meyer, penningmeester, stelt de jaarrekening 2005 voor. De jaarrekening wordt zonder opmerkingen goedgekeurd.
3 .Begroting 2006.
De begroting 2006 wordt door de voorzitter voorgesteld.
Deze begroting werd voorgelegd aan de Raad van Bestuur.
Wat het lidgeld betreft, dit wordt op 25 Euro behouden, maar grote
Kamers kunnen vrijwillig meer storten via toetredende leden. Een
vrijwillige bijdrage zou minimum 25 Euro bedragen.
Aanmoedigingspremie voor Kamers voor deelname aan het
congres.
De voorgestelde begroting 2006 wordt goedgekeurd door de
Algemene Vergadering.
4. Verkiezing leden raad van bestuur:
Zijn uittredend : Emiel Francois, Willy De Meyer, Nicole Gits &
Roger Van de Voorde
Alle uitredende leden hebben zich herverkiesbaar gesteld.
Er zijn geen andere kandidaturen binnengekomen.
Stemopnemers: Ren� Willems en Jean-Paul Rooms
Alle uittredende leden worden door de Algemene Vergadering
herverkozen voor een nieuw mandaat voor de Raad van Bestuur.
5. Aanstelling van Freddy Van Besien tot lid van de Raad van Bestuur.
Door de Raad van Bestuur wordt voorgesteld om binnen de Raad
van bestuur Freddy Van Besien, hoofdman van De Fonteine, als
raadslid op te nemen.
Dit teneinde de samenwerking in de toekomst te bestendigen,
onder meer op het vlak van de opname van kandidaat
rederij kerskamers.
Huishoudelijk reglement aan te passen : Wanneer wijziging
hoofdman, dan vervalt zijn mandaat en gaat over op nieuwe
hoofdman.
Door zijn functie is de Hoofdman van De Fonteine volwaardig lid
en heeft dus stemrecht.
Dit punt wordt door de meerderheid van de Algemene Vergadering
goedgekeurd.
6. Organisatie congres 2007 :
Zoals medegedeeld op het einde van de academische zitting, wordt de organisatie van het congres 2007 toegekend aan Moyses'Bosch uit 's Hertogenbosch.
Het congres zal doorgaan op 2 en 3 juni 2007. Er wordt nog steeds koortsachtig gezocht naar sponsoring om de financi�le kant van het geheel draaglijker te maken.
7. Varia en rondvraag: Organisatie congres 2008.
De Rederijkerskamer De Catharinisten uit Aalst stelt zich kandidaat voor de inrichting van het congres in 2008. Dit is het 25-jarig jubileum van de Congressen. Dit houdt ook in dat zij enerzijds, en dit in overleg met de raad van Bestuur van het Verbond, een programma opstellen dat budgettair haalbaar moet zijn en dat anderzijds de Raad van Bestuur de verbintenis aangaat om alles in het werk te stellen om zowel op financieel als organisatorisch vlak de organisatie te helpen slagen.
- Website Verbond:
J.A.Buiskool vraagt dat meer Kamers hun inlichtingen zouden doorgeven om op de website te vermelden.
De Voorzitter bedankt alle leden van de Algemene Vergadering voor hun aanwezigheid en nodigt de leden van de Raad van Bestuur uit voor een korte RVB.
IN MEMORIAM
- Philibert Mees, gekend pianist en musicus overleed
te Mechelen.
Hij trad op tijdens ons congres te Mechelen.
-Guido De Praetere, eminent spreker overleed te Brugge . Hij was een gewaardeerd causeur tijdens ons tweede congres te Vilvoorde.
Werkingsverslag 2005.
1. Raden van Bestuur :
Er werden 5 vergaderingen van de Raad van Bestuur gehouden tijdens dit dienstjaar.
De aanwezigheid van de raadsleden liet niet altijd toe beslissingen te nemen gezien het quorum enkele malen niet bereikt werd.
2. Algemene Vergadering :
Er werd een algemene vergadering gehouden tijdens het congres te
Antwerpen.
Daar werd beslist dat de lidgelden voor de Kamers op � 25
gebracht wordt teneinde de financi�le leefbaarheid van het
Verbond te garanderen.
Voor de toetredende leden , zonder stemrecht, blijft het lidgeld
behouden op � 15.
3. Vieringen:
Een afvaardiging van het Verbond was aanwezig :
- op 11 december 2005 bij de aanstelling tot Prins van de heer Herman Bosteels van de Rederijkerskamer "De Constminnende Jonckheyt" uit Lebbeke
- op 9 februari 2006 bij de uitreiking van de cultuurprijs aan en de opening van de tentoonstelling over Moyses Bosch in 's Hertogenbosch.
Een brief met gelukwensen werd gestuurd aan de nieuwe Prins de heer Tony Van Parijs van de Rederijkerskamer "Iverige Jonckheyt" uit St.Amandsberg .
Ook was een afvaardiging aanwezig bij de begrafenis van de heer Flor Demedts , Hoofdman van de Rederijkerskamer De Fonteine te Gent.
4. Congres 2005.
Werd ingericht in samenwerking met de vzw Rederijkers van
Antwerpen, zijnde de Rederijkerskamers
De Goudbloem, De Olijftak en De Violieren.
19 Kamers namen deel aan dit congres.
Op zaterdag 11 juni 2005 werd er een wedstrijd " wagenspelen
voor rederijkers " ingericht op de stemmige St. Nicolaasplaats
waar ook het lokaal van De Violieren gelegen is.
Deze wedstrijd werd gewonnen door de Rederijkerskamer Trou
moet Blycken uit Haarlem, die voor de eerste maal deelnam aan
een toneeltornooi.
De Congresgangers werden ontvangen op 't schoon verdiep van het
Antwerps stadhuis door de stadsmagistraat en werden er na een
door de stad aangeboden receptie rondgeleid door de stadsgidsen.
Op zondag 12 juni 2005 werd in de Art Nouveauzaal van het
prachtige Hortagebouw zowel de academische zitting, het eetmaal
als de Algemene Vergadering gehouden.
Dit had het voordeel dat er geen verplaatsingen dienden te
gebeuren.
Door Mark Van Strydonck, echtgenoot van Mw Herlinde Borms ,
voorzitster van De Goudbloem en de vzw Rederijkers van
Antwerpen werd een causerie gehouden over de iconografie van
een wagenspel.
Dit als vervolg op de opvoeringen van het wagenspel
" Playerwater" dat plaats had op zaterdag.
Als tweede spreker werd het woord verleend aan de Nederbelg
Dirk Jan Eppink. Hij had het over "Dialecten".
De muzikale intermezzi werden opgeluisterd door het Duo
Cerenata.
Na het aperitief en het fijne eetmaal volgde de Algemene
Vergadering.
's Namiddags werd een stadswandeling langs "Rederijkerslocaties"
gehouden met als eindpunt het Violierenhuis waar de afscheidsdrink werd aangeboden.
5. Tijdschrift:
Het tijdschrift verscheen zoals de voorgaande jaren 4 maal. Gezien het wegvallen van een van de sponsors diende een nieuwe kaft te worden aangemaakt.
Er werd van de gelegenheid gebruik gemaakt om het afzendkantoor van de post aan te passen naar Aalst, zodat er geen verplaatsingen naar Oudenaarde meer nodig waren. Zoals elk jaar danken wij Jan Rooms voor zijn zeer gewaardeerde bijdragen over de Geschiedenis van de Rederijkerij. Wij doen ook een oproep naar de hier aanwezige Kamers om ons een korte historiek te bezorgen over hun Kamer zodat deze eventueel kan opgenomen worden in het tijdschrift. Ook mogelijke innovaties of speciale activiteiten kunnen opgenomen worden .
De info die wij van het internet plukken zal in de toekomst regelmatig vermeld worden in ons tijdschrift en op onze website.
6. Archiefwerking :
De samenvoeging van de verbondsbibliotheek is quasi teneinde. Een volgend initiatief zal erin bestaan zoveel mogelijk informatie van het internet te halen en onze bestaande gegevens aanvullen. Velen zullen versteld staan van wat er zich aan info op het internet bevindt.
7. Besluit:
Een druk werkjaar waarin wij onverdroten verder op zoek gingen naar financi�le middelen om het Verbond in stand te kunnen houden.
De Geschiedenis van de rederijkerij
Nog meer plakkaten |
Gentse rederijkersfeest van 1539 |
De rederijkers en de Hervorming |
Reactie van katholieke zijde |
(deel 46)
In dit deel van de Geschiedenis van de Rederijkerij worden nog een aantal plakkaten besproken,
de houding van de rederijkers ten aanzien van de Reformatie en de reorganisatie van het kerkelijke katholieke bestuur.
Vooral dit laatste zal een zware stempel drukken op de activiteiten van de rederijkers en het maatschappelijke gebeuren
in het algemeen.
Nog meer plakkaten
Het eerste plakkaat dat uitgevaardigd wordt, is dat tegen de sacramentari�rs, de eerste hervormden, die,
volgens de katholieke kerk, dwalen omtrent de leer over het avondmaal.
In 1509 vaardigen Maximiliaan van Oostenrijk en prins Karel een (eerste) plakkaat uit tegen de ketters:
tegen "alrehande snoede ende ongevreesde persoenen, beyde vrouwen ende mannen, [die] hen neyt en vermijden God almechtig,
zynder gebenedider moeder ende al zijnen heylegen te blasphemeren".
We weten reeds dat Karel V op 20 maart 1520 een plakkaat heeft uitgevaardigd tegen de opvattingen en de geschriften van Luther.
Dit plakkaat is echter nog niet het gevolg van het Edict van Worms.
Pas na de Rijksdag van Worms en het daar opgestelde Edict van 26 mei 1521, verschijnt een tweede plakkaat,
deze keer rechtstreeks tegen Luther en zijn aanhangers.
Het plakkaat bepaalt de verbeurdverklaring van de goederen van de "abstinaete" (hardnekkige) lutheranen.
De plakkaten zijn in het Frans opgesteld.
Dergelijke plakkaten worden, deze keer in het Nederlands opgesteld, op 01 april 1524, 24 september 1525,
17 juli 1526, 14 maart 1527, 18 januari 1528 en 14 oktober 1529 (opnieuw in het Frans) vernieuwd.
In het plakkaat van 1526 wordt opnieuw het houden en bijwonen van geheime vergaderingen waar gepreekt
of gesproken wordt over het evangelie of de leer van Luther, verboden.
Nogmaals legt men de nadruk op het verbranden van de werken van een aantal met naam vermelde ketters
en is het verboden boeken en pamfletten die niet goedgekeurd zijn, te drukken en te verkopen.
Ten slotte wordt het de schoolmeesters verboden op welke wijze ook het ketterse gedachtengoed te onderwijzen.
Ook het onderwijs wordt er namelijk van verdacht een broedplaats voor de nieuwe leerstellingen te zijn,
en daarom worden de schoolmeesters extra in het oog gehouden.
Het plakkaat van 1529 is een verscherping van dat van 1526.
Het edict streeft er naar alle geestelijk verkeer met de lutherse 'sekte' onmogelijk te maken.
Het lezen en schrijven van godsdienstige werken, zonder instemming van de katholieke geestelijkheid, is verboden.
Wie verdacht wordt tot een ketterse 'sekte' te behoren, is strafbaar.
Wie betrapt wordt in het bezit van enig boekje of prentje dat oneerbiedig is tegenover de godsdienst,
wordt zonder pardon van ketterij beschuldigd.
In het veel beknoptere plakkaat van 18 januari 1528, gericht aan de Raad van Holland,
dat in hoofdzaak een aanmaning is om de vorige plakkaten beter te onderhouden,
lezen we voor het eerst de eis aan de drukkers, dat zij in alle uitgaven hun naam en drukkersmerk moeten plaatsen.
De middelen die de overheid aanwendt om het bestaan en de propaganda van nieuwe,
afwijkende gedachten op geloofs vlak tegen te gaan, zijn boekverbrandingen en de gevangenneming en bestraffing
(in het uiterste geval verbranding) van de 'dissidenten'.
De Leuvense universiteit veroordeelt op haar beurt officieel de opvattingen van Luther.
Het volk wordt door middel van fel anti-reformatorische preken, van met name de bedelmonniken, gewaarschuwd.
Verder wordt het drukken, het aan- en verkopen, het bewaren en het lezen van lutherse werken volledig verboden,
op verbeurdverklaring van goederen en andere arbitraire straffen, dat wil zeggen naar goeddunken van de rechter.
Ketterse boeken, platen of geschriften waarin kritiek tegen de offici�le kerk wordt geuit, moeten verbrand worden,
soms zelfs onder trompetgeschal, om het afschrikkingseffect te vergroten.
Het uitgeven van godsdienstige geschriften wordt aldus aan de geestelijke censuur onderworpen.
De opbrengst van de verbeurd-verklaarde goederen komt voor de helft aan de keizer, voor de andere helft aan de aanklager ten goede.
Op 14 oktober 1529 wordt er in Vlaanderen een uiterst streng plakkaat uitgevaardigd, dat bepaalt dat alle verdachten
die schuldig worden bevonden aan de lutherse ketterij, ter dood gebracht moeten worden.
Vrouwen door verdrinking, mannen door het zwaard, en zij die tot ketterij hervallen door het vuur.
De hoofden van de veroordeelden in deze laatste categorie, dienen op een staak te worden gezet om als afschrikwekkend
voorbeeld te dienen.
De goederen van de ketters moeten in beslag genomen worden.
Het plakkaat bedreigt verder iedere niet-theoloog die over theologie discuteert met de doodstraf,
alsook iedereen die oneerbiedigheden tegenover God, de heilige Maagd of de heiligen drukt of verspreidt.
Ook iedereen die het nalaat om ketters aan te geven, loopt het risico gestraft te worden.
Ondanks al deze maatregelen, blijft de hervormingsgedachte zich als een lopend vuur verspreiden,
en worden onze gewesten overspoeld door pamfletten, boeken en predikers.
Er wordt op grote schaal in het geheim gepreekt, en de bijbel wordt grondig bestudeerd.
Aanvankelijk komt er dus weinig terecht van de uitvoering van de plakkaten.
De plakkaten zullen Karel V's voornaamste wapen zijn, althans toch de bedoeling hebben,
om de ketterij in zijn erflanden te bestrijden.
Zij moeten door de verschillende rechtbanken, zowel stedelijke als gewestelijke,
toegepast worden. De kerkelijke en plaatselijke autoriteiten zijn verplicht de keizerlijke edicten, ordonnanties en plakkaten in hun diocees of stad verder te laten afkondigen.
Het omstreden Gentse rederijkersfeest van 1539
Hoewel de rederijkers langzaamaan aanleiding tot verontrusting geven, geeft Maria van Hongarije, in naam van Karel V,
op 03 februari 1539, officieel de toestemming voor een groots opgezet rederijkersfeest te Gent.
Ook de Gentse overheid verleent probleemloos haar toestemming aan de organiserende kamer 'de Fonteyne'.
Al snel verschijnen er na de wedstrijd verschillende drukken van de "spelen van sinne",
alsook van de refreinen die op hetzelfde feest voorgedragen zijn.
En dan steekt plots, na het Gentse feest, de repressie duidelijk de kop op.
Er is het toenemend gebruik van de boekdrukkunst voor het verspreiden van de teksten,
maar waar liggen nu de oorzaken van die plotse, groeiende repressie na het Gentse rederijkersfeest van 1539?
Is dit rederijkersfeest een van de zovele schakels in de groeiende kritiek of is men deze keer �cht over de schreef gegaan?
We weten dat de opgelegde vraag op het feest luidt: "Welken de Mensch stervende meesten troost es?".
Het stellen van een dergelijke, religieus gekleurde, vraag betekent meteen ook het aanreiken van springstof.
De controverse in de verschillende antwoorden van de deelnemers over en de aanvallen op onder meer de biecht,
de absolutie, de aflaten, de rol van de priesters, zijn op dat ogenblik echter reeds in heel het land aan de orde
en algemeen goed geworden, en de 'sola-fides' theorie van Luther (hij beweert dat alleen het geloof zalig maakt)
staat lijnrecht tegenover de opvatting van de traditionele kerk dat goede werken belangrijk zijn.
De antwoorden van de aan de wedstrijd deelnemende kamers, leggen vooral de nadruk op de genade en de oppermachtige
uitverkiezing door Christus, en veel minder op de eigen verdiensten van de gelovigen of de bemiddeling van de kerk
en van de priesters. Reformatorische invloeden dus?
Naar aanleiding van te vrijmoedige gedachten en overwegingen van reformatorische aard in de "spelen van sinne"
in deze wedstrijd, vaardigt de overheid vrijwel onmiddellijk strenge maatregelen uit,
vermits ze niet wil dat de samenkomsten van de rederijkers tot manifestaties zouden leiden en tot een systematische oppositie,
zowel tegenover de burgerlijke macht als tegenover de godsdienstige autoriteiten.
Ze verwijten de rederijkerskamers haarden van discussie te zijn, de kerk te veel in hun spelen te bekritiseren
en verwarring te stichten onder het volk.
Dat er van overheidswege heftig gereageerd wordt op het Gentse rederijkersfeest is eigenlijk niet te verwonderen.
Waarschijnlijk is dit deels het gevolg van de hevige verontwaardiging van Karel V over de houding in het algemeen
van het opstandige Gent. De Gentenaars blijken immers geen geld te hebben om hun vorst financieel tegemoet te komen,
maar wel om een groots rederijkersfeest op te zetten en te bekostigen.
In elk geval, de overheid is zich wel degelijk bewust van het mogelijk gevaar dat dergelijke bijeenkomsten inhouden.
Absolute beperkingen van de vrije meningsuiting worden in de hand gewerkt.
In 1540 probeert de Antwerpse magistraat, tevergeefs, aan 'de Violieren', een reglement op te leggen,
dat stipuleert dat enkel katholieken deel van de kamer mogen uitmaken. Het zal echter nooit strikt toegepast worden.
Maar, niet alleen de erkende rederijkersdichters, ook de zangers van straatliedjes,
zullen zich voortaan moeten onthouden van de thematisering van religieuze zaken en van alles wat daaraan doet denken.
Daar kom ik later uitgebreid op terug.
De rederijkers en de Hervorming
Ook de rederijkers blijven dus niet van verdenking en vervolging gespaard.
We moeten ons echter afvragen of al de beschuldigingen van ketterij aan het adres van de rederijkers terecht zijn.
Bepaalde auteurs beweren immers dat de rederijkerij in het algemeen in de 16de eeuw broeihaarden waren van reformatorische
idee�n en openlijk deze kant kiezen.
Net zoals bij de Gentse spelen en refreinen uit 1539, doen ook hier heel wat geruchten de ronde!
Het gaat immers niet op deze gedachte te veralgemenen.
Voor een aantal rederijkerskamers zal het inderdaad wel zo zijn, dat ze, al dan niet openlijk,
sympathiseren met de hervormingsgezinde stromingen.
Immers in de loop van de 16de eeuw dringen ook bij hen de nieuwe denkbeelden door.
Sommige kamers kunnen dan ook als tijdelijke broedplaats voor hervormingsgezinde idealen gelden.
In ieder geval blijkt men in rederijkerskringen verdeeld, wanneer het om de Hervorming gaat.
Lang niet alle rederijkers zullen zich geroepen voelen om zich als spreekbuis aan te bieden voor deze fundamentele
herziening van het geloof.
Bepaalde rederijkers manifesteren hun opvattingen niet naar buiten toe, alhoewel zij anderzijds hun mening over staat
en godsdienst niet verborgen houden.
Toch blijken de meeste kamers de katholieke orthodoxie trouw te blijven en in geen geval reformatorisch ingesteld.
Velen gaan zelfs de religieuze controverse uit de weg, ofwel uit angst, ofwel uit onzekerheid.
Vele kamers die na de eerste, onderdrukte, golf van progressiviteit actief blijven en zich confirmeren,
vertonen een opmerkelijke gezagsgetrouwheid en maatschappij-bevestigende inslag.
Ditzelfde geldt bijzonder voor de inhoud van hun toneelwerken en voor een merendeel van hun dichtwerken,
waarbij ook hier de traditionele katholieke lijn opvalt.
Natuurlijk duikt er regelmatig kritiek op de geestelijkheid in hun werken op, maar dit zijn doorgaans uitingen van kritiek
die algemeen onder de bevolking verspreid zijn, en waarvan de kerkelijke leiding zich maar al te goed bewust is.
Door middel van de Contrareformatie probeert deze orde op zake te stellen.
Het ligt voor de hand dat zich onder de rederijkers ook aanhangers van de reformatorische gedachte bevinden.
Maar, hier vallen vooral de individuele reformatorische acties van rederijkers op, buiten het verband van hun kamer.
De meeste ketterprocessen die tegen rederijkers gevoerd worden betreffen individuele aangelegenheden.
En, ook hier blijft, op een enkele uitzondering na, het toneelwerk van de rederijkers buiten schot.
Het zijn vooral de lyrische genres die reformatorische sympathie�n vertonen.
Deze genres zijn trouwens, door hun bondigheid, een dankbaarder middel om (tegendraadse) idee�n te verspreiden,
dan door middel van toneelwerk.
Het zingen en voordragen van liederen, refreinen en balladen, kan men gemakkelijker in het geheim doen,
zowel op de kamer zelf, als in de straten, op de markten, tijdens kermissen en andere feestdagen.
Van muziek is bovendien geweten dat zij meeslepender kan werken dan de overige genres.
Gedichten kunnen bovendien gemakkelijker gekopieerd en verspreid worden.
Met de rederijkersspelen ligt dit veel moeilijker, vermits ze, zoals we reeds gezien hebben,
meestal veilig achter slot bewaard worden.
Op het vlak van reformatorische liederen en gedichten zullen het vooral de straatzangers en liedjeskramers zijn
die het merendeel voor hun rekening nemen, en de rederijkers overvleugelen.
Matthijs de Castelein noemt hen "Idioten met onghewasschen handen, straet dichters". Zij trekken van stad tot stad.
Onder hen zullen er meer reformatorische activisten vervolgd worden, dan bij de rederijkers.
Toch is het een feit dat de rederijkers, zeker in de grote steden, het
beter gecultiveerde milieu vertegenwoordigen.
Het is dan ook niet verwonderlijk als ze regelmatig subversieve idee�n opnemen, en dat de orthodoxie de principes,
die geproclameerd worden door de offici�le kerk en ondersteund worden door het landelijke bestuur,
door hen niet altijd zomaar aangenomen worden.
Reactie van katholieke zijde
Tegen de aanvallen van de hervormde rederijkers moeten de katholieken zich uiteraard verzetten,
zij het met een minder overvloedige en minder krachtige productie van bijvoorbeeld strijdliederen.
E�n van hen zal Catharine Baudewijns zijn. Haar werk wordt gekenmerkt door een tamelijk verheven bezieling,
maar toch heeft ze niet de satirische kracht die haar een bijtende tegenaanval toelaat.
Baudewijns is geboren in 1520 als dochter van de griffier van de Raad van Brabant en huwt met Nicolaas de Zoete,
secretaris van de Raad van Brabant Samen krijgen ze vijf kinderen.
Haar man zal echter vroeg sterven. Ze dicht een aantal gevoelige "leysen", "Een schoon Liedeken vander Deucht der Gehoorsaemheyt",
"Een gheestelick Liedeken [...] gedicht doemen te Brussel geen Misse doen mocht"
en verschillende kerstliederen.
Ze schrijft ook nog "Een schoon Spel van Sinnen van Twee Persoonen, te weten Liefde en Eendrachtigheyt,
beclagende desen dierlycken tijt".
In 1587 verschijnt van haar hand "Het Prieelken ders Gheestelyker Wellusten" te Brussel.
Hierin richt ze zich tegen het Franse calvinisme, zoals Anna Bijns tegen het lutheranisme heeft gedaan.
Haar toon is heftig, maar toch veeleer bedroefd dan brutaal.
Op dat ogenblik heeft de Hervorming dan ook zozeer om zich heen gegrepen dat het tijdelijk schijnt alsof
de katholieke kerk van de aardbodem zou weggevaagd worden.
Pas na de herovering van Brussel door Parma in 1586 krijgt Boudewijns weer stof om te juichen.
Het werk wordt in 1603 herdrukt.
Uit haar gedichten spreekt een geest van vroomheid waaraan oprecht niet te twijfelen valt.
Ze kan als een navolgster van Anna Bijns beschouwd worden, maar naar vorm en geest is ze meer middeleeuwser' dan Bijns.
Ze overlijdt in of na 1603.
Bepaalde rederijkers kunnen we aanvankelijk vrijzinnig katholiek noemen.
Deze rederijkers zijn ervan overtuigd dat nieuwe religieuze denkbeelden, zoals ze door sommige hervormers worden verkondigd,
niet zomaar moeten verworpen worden, omdat ze ook heel wat goeds bevatten.
Andere katholieke rederijkers hebben dan weer weinig of helemaal geen sympathie voor de nieuwe leer.
Zij zetten de laat-middeleeuwse traditie rustig verder.
Maar daarom voelen ze zich nog niet geroepen om de 'ketters' te gaan bestrijden, zoals Anna Bijns bijvoorbeeld wel zal doen.
Met al haar heftigheid tegen mogelijke vernieuwing blijkt ze eerder een alleenstaand geval geweest te zijn.
Hoewel, twee Brusselse dichteressen kunnen op het einde van de 16de eeuw als haar navolgsters beschouwd worden.
Zij reageren bijvoorbeeld tegen het calvinistische bewind dat zich, zoals gezegd, enkele jaren weet te handhaven.
E�n van hen is de reeds vermelde Catharine Baudewijns. De andere is Louyse Heyndrix.
wordt vervolgd.
Jan Rooms
MEDEDELINGEN
LIDGELDEN
De Kamers en Stichtende leden die hun bijdrage nog niet betaalden
worden vriendelijk verzocht dit te willen doen door overschrijving
van � 25.00 op bankrekening van het Verbond :
Voor Vlaamse Kamers : 293-0322480-10.
Voor de Nederlandse Kamers :
IBAN BE41 2930 3224 8010
BIC GEBABEBB
Toetredende leden betalen �15.00.
MECENAAT
Het Verbond is op zoek naar enkele nieuwe mecenassen teneinde de jaarwerking te kunnen verder zetten.
Gezien de zoektocht naar een zinvolle subsidi�ring tot op heden geen resultaat kende
zijn wij op zoek naar bedrijven of priv� personen die ons daadwerkelijk financieel willen steunen .
Wie ge�nteresseerd is kan contact opnemen met de leden van de Raad van Bestuur van het Verbond.