0 camers3e23






Terug naar index

Ons Camers và Rhetorike

Juli, augustus, september 2023 - JAARGANG 36 - NR 3

(1)


Een woordje van onze voorzitter

Voorwoord
“De tijd gaat snel, gebruik hem wel!” Een Vlaams gezegde dat aangeeft hoe vergankelijk de tijd is.

In ons juni nummer van ons tijdschrift keken wij nog uit naar een mooie verlofperiode die in het verschiet lag in de maanden juli en augustus. En nu loopt de maand augustus reeds op zijn laatste benen. Ook neigen wij naar een minder aangename periode van het jaar, nadat eerst de natuur met zijn verfkwast de bladeren van de bomen mooi kleurt . En daar hadden die dekselse Vlaamse boeren ook een mooi spreekwoordelijk gezegde voor. Ik weet niet of dit in Nederland ook in de volksmond ligt. Maar wanneer de tarwe van het veld gehaald werd in het midden van de maand augustus zei men: ”Het veldeken geschoren, de winter geboren”.

Misschien lagen onze oeroude voorouders aan de prille basis van het huidige stikstofprobleem door hun eten op houtvuren te bereiden. Een probleem dat ons heden ten dage in heel grote delen van de wereld parten speelt met de daarbij horende verschrikkelijke natuurfenomenen .

Juli was de maand van de zondvloed in vele Europese landen. Ofwel werden we getrakteerd op grote hagelstenen zoals tennisballen zo groot, die uit de lucht vielen . Ofwel net het omgekeerde zeer grote droogte door de verschroeiende temperaturen met als gevolg de daarbij horende bosbranden die nauwelijks te bestrijden waren.

Ook in onze laatste congresstad Haarlem deelde men in de natuurbrokken . Met veel materiële schade en zelfs een tol van menselijke slachtoffers.

Op het einde van augustus- begin september worden ook op zeer vele plaatsen de cultuurhuizen tot leven gewekt evenals gaan ook de rederijkerskamers terug aan de slag met de voorbereidingen van het volgende cultuurseizoen 2023-2024 .

Theaterproducties gaan in voorbereiding, scripts van stukken worden vermenigvuldigd ( wel na aankoop van een verplichte hoeveelheid scripts opgelegd door unisono het vroegere SABAM) en repetitieschema’s opgesteld waarna de repetities starten.

Ook het rederijkersverbond herneemt weer zijn activiteiten . De tweejaarlijkse verplichtte rapportering van onze borgingsmaatregelen in verband met onze erkenning van de rederijkerscultuur als immaterieel cultureel erfgoed is in de website van het ministerie van cultuur ingevoerd.

De aangifte van de nieuwe statuten , goedgekeurd op de statutaire vergadering van juni bij het congres van Haarlem, wordt voorbereid om te kunnen neerleggen bij de griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, en dit vóór het jaareinde.

Tevens wordt ook het programma van het volgend congres in 2024 te Brugge verder uitgewerkt in samenwerking met de rederijkerskamer de H.Michiel van Brugge. Veel info kan je reeds in de nummer vinden.

In september hebben wij ook een vergadering met een rederijkerskamer uit Mechelen nl. “De Lischbloem – Theater De Moedertaal” die nog geen lid van het verbond zijn , maar welke wil aansluiten bij onze rederijkersfamilie.

Gesticht op 19 januari 1874 waarvan het oudste archiefstuk van hun bestaan dateert uit 1890. In 1974 bij hun 100-jarig bestaan overhandigde de hoofdman van “ De Souvereine Koninklijke hoofdkamer van rethorica De Fonteine” de heer Flor Demedts aan toenmalig voorzitter van “Theater De Moedertaal” de heer Jozef De Mazière, een prachtige oorkonde met zegel met daarin de bevestiging dat zij voortaan ook de naam van een aloude vroeger bestaande rederijkerskamer uit het Mechelse mochten dragen nl. “De Lischbloem”. De oudste geschriften van deze kamer gaan terug tot 1510 . In mei 2024 vieren zij hun 150-jarig bestaan. Verdere info omtrent deze viering volgt in ons volgende tijdschrift.

Ik wens iedere rederijker een vruchtbaar en deugddoend cultureel seizoen 2023-2024 toe.

Johan De Rijck
Verbondsvoorzitter

I N H O U D S O P G A V E

1. Een woordje van onze voorzitter
3. Inhoudsopgave
Waar dit nummer over gaat
4. Uit het bestuur
- Verslagen over het congres in Haarlem
- Werkingsverslag 2022
11. Kamernieuws
- van ‘Jan van Beers’, Utrecht
- van ‘De Catharinisten’, Aalst
- van ‘Sint Pieter Vreugd en Deugd’, Geraardsbergen
- van ‘De Waag’, Liedekerke
16. Verzentaal
17. In de Schijnwerpers Het Internationaal Rederijkerscongres te Brugge, 2024
20. Van Dirk Coigneau

WAAR DIT NUMMER OVER GAAT…

Zeer diverse informatie bevat dit nummer. We kijken formeel terug naar 2022, we kijken terug op het congres in Haarlem en we kijken vooruit naar het komende 40e congres in Brugge.
Dirk Coigneau benadrukt met zijn bijdrage opnieuw hoezeer we in een eeuwenlange traditie staan met onze rederijkersactiviteiten.
Soms schrik ik ervan hoeveel mensen geen enkel idee hebben over het fenomeen ‘Rederijkers’. Veel verder dan “... gaat dat over scheepvaart, over reders?” komen ze niet. Wat er -zeker in Nederland- nog geleerd wordt over vaderlandse geschiedenis is mij een volkomen raadsel. Maar ja, dat denk ik ook over het vak Nederlands. Ach laat ik maar ophouden...
Veel leesgenoegen in elk geval!

UIT HET BESTUUR

Beste ‘Mederijkers’,

Ik weet niet hoe het u vergaat als u een uitnodiging ontvangt voor het jaarlijkse rederijkerscongres, maar ik kijk er dan naar uit om alle vrienden uit noord en zuid weer te ontmoeten. En dit jaar was ik bijzonder nieuwsgierig. Trou moet Blijcken vierde immers groot hun 520-jarig bestaan in een voorname omgeving met heel veel eigen gasten. Hoe zou dat allemaal gaan samenvallen, die verschillende agenda’s in één activiteitenplanning.

Als lid van de raad van commissarissen van het verbond had ik al het een en ander meegekregen over de zoektocht van het organiserende comité om alle belangen te verenigen in een feestweekend waarbij het congres het congres kon blijven en de jubileum festiviteiten alle ruimte kregen.

Zoals u van het verbond bestuur mag verwachten hebben we nadrukkelijk overleg gepleegd en onze opmerkingen over de voorstellen en de nieuwe vorm van inschrijven alsmede de inschrijfprijs meer malen op de agenda gehad.

En 3 juni was het zover, het was bijtijds vertrekken want de jaarvergadering was al vroeg in de ochtend gepland, gelukkig woon ik op een acceptabele reisafstand zodat ik niet twee overnachtingen hoefde te boeken. Ik bedacht me wel dat het voor mijn Belgische vrienden wel een ander verhaal zou zijn. Mogelijk waren er daarom minder inschrijvingen dan eerdere congressen.

Het weer zat mee en de organisatie had gezorgd voor een prachtige locatie voor het zaterdagprogramma. Onze factor Jan Pieter van Lieshout had een monoloog voorbereid waarvan ik hoge verwachtingen had, we wilden graag een goede indruk maken bij het landjuweel. Doordat ik hem bij moest staan met de decorstukken kwam ikzelf achter de coulissen te staan en kreeg ik alleen vanuit de zijlijn de voorstellingen van de andere deelnemers te zien. Maar zo kon ik wel even gezellig met de vrienden uit Breda bijpraten, die er prachtig aangekleed bijliepen.

Ik had nu wel een lastig probleem want ik had beloofd een belevingsverslag te schrijven. Later de voorzitter maar om raad vragen. Na de voorstellingen werden we onthaald op een lunch in de foyer van de Filharmonie, tijd om oude vrienden te ontmoeten en bij te praten, om daarna voor het middagprogramma plaats in de zaal te nemen. Onder deskundige leiding werden een aantal gasten geïnterviewd vanuit het thema van het congres de reden van de kunst en de kunst van de rede. Het was een indrukwekkende bankbezetting met oa schrijver Arnon Grunberg, en zelfs een staatssecretaris.

Arnon had overigens maar beperkt babysitopvang ingehuurd want hij vertrok plots voortijdig omdat hij thuis verwacht werd, verrassend, enigszins komisch maar zeker theatraal zo’n vertrek. Al met al was het een interessant en vermakelijk programmaonderdeel. Er was ook nog een intermezzo van een prijswinnend poëzie èn een prijswinnend zangtalent. Het werd een vol programma met grote diversiteit.

En toen pakte Trou uit met een toneelstuk waarin het thema van het congres verwerkt zat, niet overmatig bezet met alleen maar getalenteerde acteurs werd ons een vernissage voorgespiegeld waarin van alles verwacht en onverwacht verkeerd liep. Er was veel aandacht besteed aan de aankleding en de entourage, en het enthousiasme van de spelers was overweldigend. Voor de Trou moet blijcken leden moeten sommige scenes hilarisch zijn geweest om die door hun Kamerleden te zien worden gespeeld. Het was een zelfgeschreven stuk door Willen Veenhoven, wat veel waardering verdiende.

Aan het einde van het dagprogramma werd nog geproost met elkaar in de foyer en kwam er een einde aan het gezamenlijk deel van het programma voor mij. Ik had mij niet ingeschreven voor het diner en het feest in de avond. Ik had begrepen dat men prijs stelde op een gezelschap van matige gebruikers en die garantie durfde ik niet af te geven voor mijn Kamerleden, we hebben immers een reputatie als kannekijkers hoog te houden. Het bestuur van het verbond was goed vertegenwoordigd op de feestavond dus ik kon gemist worden. Met een aantal van onze Belgische vrienden zijn we met onze Bossche afvaardiging gezellig uit gaan eten en uiteindelijk naar het hotel vertrokken om uitgerust aan de tweede dag van het congres te kunnen beginnen.

De tweede dag had een helder programma, eerst een ontvangst in het huis van Trou en daarna zijn we onder de bezielende leiding van Willem Veenhoven in een stadswandeling meegenomen en hebben vele historische plaatsen in de binnenstad bezocht en we moesten nog haasten om op tijd voor de lunch weer aan te kunnen sluiten. De lunch was voortreffelijk, en eindelijk was er ruimte voor de voorzitter van het verbond om zijn openingstoespraak te kunnen uitspreken. Johan was overigens slim genoeg om er maar direct ook zijn afsluitende speech van te maken. Gelukkig was er ruimte genoeg om Nicole Gits, die de dag ervoor door de jaarvergadering tot ere secretaris van het verbond was benoemd, uitgebreid in het zonnetje te zetten. Beladen met klatergoud nam zij de complimenten over haar jarenlange inzet bescheiden in ontvangst.

Minder tijd bleek er te zijn voor de presentatie van het congres te Brugge volgend jaar, Hollandse nuchterheid kreeg voorrang op de passievolle inzet vanuit Brugge. Maar gelukkig was de boodschap helder overgekomen, Een congres in Brugge dat is bij voorbaat een succes, dus ik schrijf me in en ik hoop heel veel andere redrijkers ook. Aan het einde van het congres hebben we hartelijk afscheid genomen, zijn nog wat plooien gladgestreken en zijn bij mij alweer de eerste warme gevoelens van een nieuwe ontmoeting in 2024 op komen zetten.

En oh ja... hoe heb ik nou het probleem van een verslag over de voorstellingen opgelost? Heel gemakkelijk uiteindelijk, de voorzitter van het verbond heeft over zijn hart gestreken en een impressie op papier gezet welke ik u hieronder niet wil onthouden.
Tot Brugge !

Carlo van de Water, voorzitter rederijkerskamer Moyses’ Bosch

Het Landjuweel op het congres te Haarlem 2023

In het zaterdagvoormiddagprogramma zat het luik van het landjuweel, jaarlijks terugkerend op elk congres.

Het Coornhert Lyceum beet de spits af met twee scénes uit de Griekse mythologie. “De vrouwen van Troye” en als tweede luikje een scéne uit “Elektra”. In het eerste deel zien we hoe de vrouwen van Troye bijeengedreven worden door de Grieken om als slavinnen te dienen bij hun nieuwe heersers. Ze verblijven tijdelijk bij de ruïnes van hun stad.

In het tweede deel zien we de haat die Elektra heeft tegenover haar moeder omdat zij de opdracht aan Aigisthos gaf om haar vader Agamemnon te vermoorden. Ze wacht op de terugkeer van haar broer Orestes om wraak te nemen. En wie doodt wie?

Een heel mooi initiatief van Trou moet blycken om de jeugd in te schakelen en een forum te geven op dit congres. Zeker naar borging van ons immaterieel cultureel erfgoed zeer belangrijk. Helaas was geen enkele van deze jonge acteurs en actrices verstaanbaar omdat men niet articuleerde en achteraan in de mond sprak. Hier hadden de leerkrachten zeker véél meer aandacht moeten aan geven. Een gemiste kans!

De tweede in de rij, de rederijkerskamer Moyses Bosch uit ’s Hertogenbosch met de monoloog van Chief Seattle :”De kunst van de rede”. Deze historische speech werd gebracht door Jan Pieter Van Lieshout, gezeten op een zeildoek en achter hem de indianentooi op een staander, ondersteund met een zwak rood licht. De speech die destijds niet door de Amerikanen werd begrepen, is nu vooral actueel voor de zorg om onze planeet. Die toespraak werd destijds gehouden in een open veld. Het publiek hing letterlijk aan de lippen van Jan Pieter en op het einde werd hij beloond met een minutenlange staande ovatie. Wat een prestatie! Bij een monoloog ben je enkel op jezelf aangewezen.

Derde in de rij was :” Het Bredase Gilde Van Het Sacrament van Niervaert”. Op het laatste ogenblik nog warm gemaakt door Willem Veenhoven om deel te nemen aan het landjuweel bij ontstentenis van Vlaamse kamers. Gebaseerd op de Heilige Hostie van Niervaert en het oorspronkelijke mirakelspel geschreven door de Brusselse rederijker Jan Smeken. Perfect geactualiseerd door de Bredase rederijker Jan Jonk. Het verhaal van de gevonden hostie en de reactie van de kerk werd zeer mooi uitgebeeld en boeiend vertolkt door Jan Jonk, Bauke Van Halem, Wim Van Der Veeken, en Martin Rasenberg. Een zeer frisse en hedendaagse bewerking. Proficiat aan de voltallige cast om dit mooi op de scéne te hebben gezet.

De hekkensluiter werd de inrichtende kamer :”Trou moet Blycken “ een stuk geschreven door Willem Veenhoven . “Reden van de kunst 2023”

De beeldhouwer Guido Rol ontvangt een aantal vrienden uit de kunstsector in zijn atelier. Ze komen vooral naar zijn nieuwe abstracte plastiek kijken. Al gauw lopen echter de meningen uiteen.

Zeer goed theaterstukje en goede vondst van het kacheltje en de kachelpijp als kunstobject. Wat soms voor de ene kunst is, is voor de andere enkel richting stortplaats. Willem, verder doen en meer stukken schrijven.

Mooie vertolkingen van Pieter Biesboer, Michiel Kramer, Rita Van Gendt , Arnoud Broerkens, Anna Melissant, Maarten van Eeghen, Henriëtte Dirkzwager, Monique Van Royen, Ben Timmermans, Willem Veenhoven, Mariëtte Van Heemstra, Ingeborg Hooft Graafland, Machteld Veenhoven, Wendela Bierman.

Johan de Rijck

Werkingsverslag 2022

Verbond van de Kamers van Rhetorica vzw. Vlaanderen – Nederland
Arduinkaai 28 Brussel

Werkingsverslag 2022

Raden van Bestuur

Er werden 4 vergaderingen van de Raad van Bestuur gehouden tijdens het dienstjaar 2022 waarvan 1 in Nederland en 3 in Vlaanderen.

Algemene Vergadering

Op 11.06.2022 werd, tijdens het congres in Aalst, een Algemene Statutaire Vergadering belegd, waarbij het financieel verslag 2021 en de begroting 2022, evenals het werkingsverslag 2021 aan de leden werd voorgelegd.

Zowel het jaarverslag van de secretaris als het financieel verslag van de penningmeester werden met algemeenheid van stemmen goedgekeurd.

Tevens werd ontlasting verleend aan de beheerders.

Aansluitingen

In 2022 waren er 25 Kamers lid van het Verbond, 1 stichter en 5 toegetreden leden. Voor de Kamers bestaande uit 5 leden bedraagt het lidgeld 30€, de grotere Kamers betalen 50€. Individuele leden betalen eveneens 30€.

Het Verbond steunt financieel enkel op de lidgelden, van groot belang dus voor onze verdere werking.

Congressen

4.1 Congres op 11 en 12 juni 2022 te Aalst

De Koninklijke Aloude Rederijkerskamer De Catharinisten uit Aalst stond in voor de organisatie van het 38ste congres als afsluiting van hun feestjaar n.a.v. de 600ste verjaardag van de Kamer.

Dit congres werd over het algemeen als zeer goed ervaren, behoudens enkele minpuntjes. Een schitterend programma met wagenspelen, stadswandeling, mooie lichtshow op de voorgevel van het stadhuis en natuurlijk het ontsteken van 600 vuur- stokjes op de Grote Markt, tegelijk gezellig en indrukwekkend.

De ontvangst en Academische Zitting in Utopia maakte veel indruk, gevolgd door het bezoek aan de tentoonstelling in ’t Gasthuys.

Een bijzonder goed verzorgd congres, waarvoor onze oprechte dank !

4.2 Congres 2023 in Haarlem

De Keizer van Trou moet Blycken bevestigt dat zij het 39ste congres willen organiseren n.a.v. hun lustrum van 520 jaar en dit op 3 en 4 juni 2023 met als thema “De reden van de kunst – De kunst van de rede”.

4.3 Congres 2024 in Brugge

De Gezellen van de H.Michiel uit Brugge staan in voor de organisatie van het 40ste congres.

5. Communicatie

5.1 Tijdschrift

De verantwoordelijkheid voor het tijdschrift berust nog steeds bij Bauke van Halem, waarvoor onze oprechte dank.

Het tijdschrift wordt zowel per post als elektronisch aan de verschillende Kamers bezorgd.

Het verzamelen van de teksten verloopt dikwijls nogal moeilijk.

5.2 Website

J.A.Buiskool heeft in de loop van het jaar opnieuw met enthousiasme zorg besteed aan de website, waarvoor onze dank.

6.Contacten Zeeland

De zoektocht naar nog bestaande Kamers in Zeeland wordt momenteel niet verdergezet.
De artikels van Jan Van Loo worden verder in ons tijdschrift opgenomen.

7. Immaterieel cultureel erfgoed

De rapportering van onze borgingsmaatregelen werd ingediend en dient in de toekomst slechts tweejaarlijks te gebeuren.

Een erkenning als immaterieel erfgoed wordt in Nederland anders behandeld dan in Vlaanderen. Vlaanderen wijst de erkenning toe aan het Verbond als overkoepelende vereniging. In Nederland kunnen de individuele kamers deze erkenning krijgen, een werkwijze die amper werkbaar is. Collega rederijker Willem Veenhoven uit Haarlem werkt verder in dit dossier.

8. Herinrichting Kamer

Wij wensen het Tiens Trac Theater een rederijkerstitel toe te kennen op basis van hun verdienste voor het amateurtheater. Wij willen de vroegere kamer die daar actief was herinstellen en hen de titel “De Fonteine” toekennen (niet te verwarren met de Hoofdkamer uit Gent). Dit zal in de loop van 2024 gebeuren, exacte datum is nog niet bekend.

9. Overname secretariaat

Erik De Smet werd bereid gevonden om de taak van secretaris over te nemen van Nicole Gits, die deze taak verschillende jaren op zich heeft genomen.

10. Aanpassen statuten

In België onderging het wetboek van vennootschappen enige wijzigingen. De maat- schappelijke zetel van onze VZW bevindt zich in Brussel. Bijgevolg moeten er enkele aanpassingen worden doorgevoerd. Deze werden gedurende het werkingsjaar voorbereid door de voorzitter en secretaris, met ondersteuning door de heer Guido De Cock, deken van de Catharinisten. Deze wijzigingen dienen voor 1 januari 2024 doorgevoerd te worden en zullen in de komende Algemene Vergadering ter goedkeuring worden voorgelegd.

Nog te vermelden is de bevestiging van Willy De Meyer als lid van het bestuursorgaan.
Thierry Hermans stelde zich niet meer herverkiesbaar zodat zijn plaats vrijkwam.
Twee weken na de Algemene Vergadering werd door de Suyghelingen van Pollus Johnny De Meyst als vervanger voorgesteld.
Op de Algemene Vergadering van 2023 in Haarlem leggen wij zijn kandidatuur voor.

11. Besluit

Na die verlammende coronaperiode kunnen we allemaal opnieuw samenwerken om het Verbond een creatieve toekomst te verzekeren.

Het werkingsjaar 2022 kende één uitzonderlijke gebeurtenis, m.n. de overgang van het secretariaat. Deze formele overgang zal in het volgende werkjaar definitief afgerond worden.
De Raad van Bestuur wenst uitdrukkelijk Nicole Gits te bedanken voor de jarenlange invulling van de taak van secretaris van ons Verbond.
De permanente opname van dit mandaat zorgde voor de belangrijke continuïteit in de werking van het Verbond.
De Raad stelt aan de Algemene Vergadering voor om Nicole de titel van eresecretaris toe te kennen.

Johan De Rijck Nicole Gits Erik De Smet
Voorzitter Secretaris

KAMERNIEUWS

Koninklijke Rederijkerskamer Jan van Beers te Utrecht

De Koninklijke Rederijkerskamer Jan van Beers te Utrecht zal op vrijdag 17 en zaterdag 18 november het stuk Platonov van Anton Tsjechov spelen in het ZIMIHC theater Zuilen in Utrecht.
De regie is in handen van Cas van Eldonk.
Beide voorstellingen vangen aan om 20.00 uur.
Eind oktober/begin november is meer informatie over deze voorstelling, inclusief de kaartverkoop te vinden op onze website www.janvanbeers.nl.

De Catharinisten, Aalst

KALENDER

SEIZOEN 2023-2024

Katrienen-hefstontbijt@home
Zondag 22 oktober 2023. Leveringen of afhaling tussen 8 uur en 11 uur

Catharinaviering in de Sint-Martinuskerk
Zondag 26 november 2023 9.30u.

Onthand in Spokane – ‘t Katrientje
Zaterdag 18 november 2023 – 20 uur
Zondag 19 november 2023 – 20 uur
Vrijdag 1 december 2023 – 20 uur
Zaterdag 2 december 2023 – 20 uur
Zondag 3 december 2023 – 15 uur
Vrijdag 8 december 2023 – 20 uur
Zaterdag 9 december 2023 – 20 uur

Jefkesbal – Sint Annazaal, Aalst
Zaterdag 10 februari 2024

Shakers – ’t katrientje
Vrijdag 23 februrari 2024 – 20 uur
Zaterdag 24 februari 2024 – 20 uur
Vrijdag 1 maart 2024 – 20 uur
Zaterdag 2 maart 2024 – 20 uur
Zondag 3 maart 2024 – 15 uur
Vrijdag 8 maart 2024 – 20 uur
Zaterdag 9 maart 2024 – 20 uur

Land van de glimlach – Ccdewerf
Vrijdag 19 april 2024 – 20 uur
Zaterdag 20 april 2024 – 20 uur
Zondag 21 april 2024 – 15 uur
Maandag 22 april 2024 – 20 uur

De Jossen (joka) – ’t katrientje
Vrijdag 24 mei 2024 – 20 uur
Zaterdag 25 mei 2024 – 20 uur
Zondag 26 mei 2024 – 15 uur
Maandag 27 mei 2024 – 20 uur

SHAKERS

Het intussen al klassiek geworden stuk “Shakers” van het echtpaar John Godber en Jane Thornton schotelt ons het leven voor van vier diensters in een hippe cocktailbar. Het etablissement pretendeert het betere clièntele aan te trekken maar de dames weten wel beter. Hun eigen, soms tragische verhalen mengen zich met die van hun gasten. Die laatste kunnen hun leed of onvermogen vaak wél achter een façade van geld en drank verbergen. Zo krijgen we een geestig maar confronterend relaas van het uitvoeren van het avond- en nachtwerk in de bar, schrijnend en grappig. Niet alleen de serveersters zien we flaneren in hun werkomgeving, ook alle fijne en minder fijne klanten met hun (soms kleine) kantjes passeren de revue. Speciaal aan het script is dat de auteurs aan de vier actrices vragen om niet alleen de rol van de cocktailshakers te vertolken maar ook de rollen van alle klanten die ze tijdens hun shift ontmoeten.
Regie: Han Slagmulder
Met: Greet De Meyts, Fran D’Hooghe, Katia Martens en Laura Haeck.

DE JOSSEN

De Jossen zijn aandoenlijke wezend die doen wat ze moeten doen. Niet meer, niet minder. Wat ze doen is veilig.
Iedere Jos heeft zo ook zijn eigen onhebbelijkheid. In hun zelfgeschapen Josdom vinden ze daardoor een weg en een plaats in de chaotische wereld. Tot één van de Jossen wil ontsnappen. Dan gaan de poppen (of de Jossen?) aan het dansen. Het Josdom davert op zijn grondvesten, maar de andere Jossen willen zich niet zomaar gewonnen geven. Wordt het de val of de revival van de samenhorigheid.
Schrijver Tom Lanoye spiegelt ons een aantal vragen voor. Hoe belangrijk is een groep en waarom? Is het de moeite waard om voor die groep je eigen identiteit te verloochenen?
En wat gebeurt er als je dat niet kan opbrengen en de ongeschreven codes doorbreekt?
Regie: Jan François Met: ‘ONTHAND IN SPOKANE’
Een ongelooflijk spannende thriller van Martin McDonagh. Een mysterieuze man zoekt al 27 jaar naar zijn vermiste linkerhand en looft een beloning uit voor de vinder. Een jong koppeltje ziet dat geld wel zitten en beweert in het bezit te zijn van zijn lang geleden afgehakte aanhangsel. Er wordt afgesproken in een hotel. Als de man het bedrog doorheeft, gaan de poppen aan het dansen en een excentrieke hotelklerk maakt het allemaal nog erger.
Regie : Patrick Matthieu
Met : Johan Coignau, Lieven De Bondt, Natan Phuati Nzita en Ruth De Neve
Productie : Katia Martens
8-19 november, 1-2-3-8-9 december

‘HET LAND VAN DE GLIMLACH’
Een operette van Franz Lehár. Het verhaal van deze feestelijke operette speelt zich af in Wenen en in China, het land van de glimlach. De Weense prinses Lisa besluit om te trouwen met haar geliefde prins Sou Chong en hem te volgen naar het verre China. De grote verschillen tussen de westerse en oosterse cultuur leiden echter tot het tragische einde van hun liefdesverhaal. Franz Lehár zelf vond dit zijn beste operette en schreef hiervoor zijn meest beroemde melodieën 'Meine Liebe, deine Liebe' en 'Dein ist mein ganzes Herz'
Regie : Jos Maesschalck
Regieassistente : Mia Slagmulder
Productie : Guido De Cock
Solisten : Sieglinde Heymans, Willem Van Der Heyden, Frank Schoonacker, Greta Bosteels, Michel Supply.
Katrienenkoor met dirigent Andre De Cock

Koninklijke Rederijkerskamer
Sint-Pieter Vreugd en Deugd, Geraardsbergen

Bruegelavond

Wij nodigen jullie graag uit op onze Bruegelavond met een assortiment van vlees, kaas, groenten, vegetarische opties én een dessertbuffet. We verwachten jullie op zaterdag 30 september 2023 tussen 18 en 22 u. in Parochiaal Centrum Overboelare, Groteweg 235 A. Kaarten bedragen € 20 voor volwassenen en € 10 voor kinderen van 3 tot 12 jaar.
Graag de vegetarische opties? Geef ons een seintje via info@rederijkerskamerspvd.be

Steel Magnolias

Onze najaarsproductie staat in de startblokken: in november brengen wij Steel Magnolias!
Dit is een ontroerende komedie van Robert Harling in een Nederlandse vertaling van Roger Hondshoven en in een regie van Eric Meirhaeghe.

Een voorsmaakje: zes vrouwen ontmoeten elkaar al jaren in hun vaste kapsalon. Niets houden ze voor elkaar verborgen en een sappige roddel is hen niet vreemd. Alles wat het leven op hun pad brengt, gaan zij te lijf met een gezonde dosis humor en een stevige laag haarlak. Een aangrijpend verhaal over momenten van het allergrootste geluk en het allergrootste verlies. Een verhaal over het leven.

De voorstellingen vinden plaats in het Arjaantheater, Zonnebloemstraat 5-7 te Geraardsbergen en de voorstellingsdata zijn de volgende:

Zaterdag 25 november 2023 om 20:00 u.
Zondag 26 november 2023 om 15:00 u.
Woensdag 29 november 2023 om 20:30 u.
Vrijdag 1 december 2023 om 20:30 u.
Zaterdag 2 december 2023 om 20:00 u.

Kaarten kosten € 12 voor volwassenen en € 6 voor kinderen tot 12 jaar. Ze zullen verkrijgbaar zijn aan de kassa, maar ook in voorverkoop bij alle leden en via www.rederijkerskamerspvd.be (betalen per overschrijving en afhalen aan de kassa).

Rederijkerskamer De Waag, Liedekerke

Jong-Gewaagd brengt: ASSEPOESTER

Er was eens een sprookje over iets met een schoen. Een sprookje over een meisje dat ondanks de tegenslagen, de moeilijkheden en het onrecht dat het leven haar gaf, goed bleef voor de wereld en hiervoor beloond werd.
Geen klassieke interpretatie, maar een hedendaags spektakel vol humor actie en romantiek.
Regie : Cedric Poedts
Jong-Gewaagd brengt twee opvoeringen in GC De Warande te Liedekerke op vrijdag 22 en zaterdag 23 september .

De Waag brengt : GEHEUGEN VAN WATER

“ Water heeft een geheugen,hoe vaak je het ook verdunt”

Drie zussen komen bij elkaar aan de vooravond van moeders begrafenis. Komische confrontaties, spoken uit het verleden en de onthulling van een schrijnend geheim zijn de ingrediënten van een prachtig toneelstuk dat nog lang nazindert . Het geheugen van water laat zien dat iedereen selectief is in wat hij zich herinnert.

Een tragi-komedie, soms ontroerend, altijd herkenbaar!

Opvoeringen in GC De Warande te Liedekerke vrij 19, za 20, zo 21, woe 24 , vrij 26, za 27 januari 2024



V

E

R

Z

E

N

T

A

A

L

De kunst van liefde
Waarom ben ik wie ik ben?
Waarom staan de sterren in de nacht geschreven?
Waarom is de mens zo ontevreden?
Ik kijk om mij heen,
Overal mensen.
Ze hebben namen, geslachten en borden vol gedachten.
Maar hoor ik daar wel bij?
Hoor ik hier wel te zijn?
Ben ik het waard om hier te zijn?
Ben ik het waard om hier te blijven?
Of is het beter om weg te gaan en nooit meer om te kijken.
Weg van al die gedachten en weg van al die judgement.
Weg van wie ik eigenlijk ben.
Wat als ik dat nou deed.
Zou er dan iemand zijn de mij niet meteen vergeet?
Iemand die op me wacht en misschien zelfs om me lacht?
Iemand die het waard is om voor te blijven.
Iemand die het waard is om voor te blijven strijden.
Iemand die je in je waarde laat.
Iemand die je nooit en te nimmer zou willen laten gaan.
Iemand die op je let maar daarmee niet de pret bederft.
Iemand die van je houdt.
Iemand die er is of misschien niet meer, die jou kent als geen ander.
Iemand die je laat zijn wie je bent,
En je respecteert.
Iemand die jij het beste kent.

Want voor die iemand ben ik wie ik ben.

Minke Baas
Laureaat wedstrijd t.g.v. Het 520-jarig bestaan van
‘Trou moet Blycken’ te Haarlem

IN DE SCHIJNWERPERS
Het Internationaal congres te Brugge 2024

De Prince van Ere, de Ere-Hoofdman, de Hoofdman
en de Eed van de Koninklijke Kamer van Retorika
“De Gezellen van de H.Michiel”
organiseren onder de bescherming van
Het Verbond van de Kamers van Rhetorica Vlaanderen-Nederland
het 40ste INTERNATIONAAL REDERIJKERSCONGRES
op 31 mei, 1 en 2 juni 2024 te Brugge

Voor dit Congres willen we in grote lijnen teruggrijpen naar ons programma van juni 2020.
Het Congres dat toen ook in Brugge zou doorgaan, moest door de maatregelen rond de coronapandemie, noodgedwongen worden afgelast.
Op het jongste Rederijkerscongres van 2, 3 en 4 juni te Haarlem, hadden wij reeds de gelegenheid om ons Congres 2024 aan te kondigen en voor te stellen.
Alle aanwezigen kregen op de slotmeeting onze “KAERTE” aangeboden waarin we het voorlopig programma reeds konden kenbaar maken.
Ondertussen wordt er door onze Gezellen verder gewerkt om u straks een uitstekend weekend te kunnen aanbieden.
Zoals in 2020 is het thema van het Congres: “Woord en Taal”.
Tijdens de academische zitting op zondag 2 juni zal dit thema door enkele gastsprekers meer invulling krijgen.
Aan de deelnemers van het Congres zal ook de mogelijkheid worden aangeboden om deel te nemen aan enkele begeleide klassieke stadswandelingen of te genieten van hedendaagse kunst en architectuur t.g.v. de Triënnale 2024.
Daarnaast zullen ook nog enkele andere activiteiten zoals de “Quiz Vlaanderen- Nederland” en het “ Vrij Podium” aan de Congresdeelnemers de kans bieden om elkaar in een ongedwongen sfeer te ontmoeten.
Als locatie voor dit meerdaags Congres werden reeds overeenkomsten afgesloten met het Golden Tulip Hotel de’ Medici en het College St.Leo-Hemelsdaele, allebei gelegen langs de schilderachtige Potterierei op wandelafstand van de Grote Markt.
Beide locaties zijn met het openbaar vervoer zeer gemakkelijk te bereiken. De “Elektrische Centrumshuttle” vertrekt om de 20 minuten aan het station en brengt je gratis naar het stadscentrum.
En voor wie met de wagen komt, kan er op zaterdag en zondag gratis geparkeerd worden op de speelplaats van de school.
Iedere deelnemer kan zelf zijn logement vastleggen. Maar denk eraan dat in juni het toeristisch seizoen volop bezig is en vele hotels al vlug volgeboekt raken. Het Hotel de’ Medici, waar het Congres doorgaat, heeft daarom tot eind maart 2024 een 50-tal kamers gereserveerd voor de deelnemers aan ons Congres voor een verblijf van 1 of 2 nachten aan zeer scherpe prijzen. (en even ter info: onmiddellijk na het Congres in Haarlem werden reeds een 10-tal kamers geboekt).

En voor wie op vrijdagavond 31mei reeds aanwezig is in Brugge, voorzien wij nog een extra congresluikje. Om 17u. kun je gratis deelnemen aan een bezoek aan de stadsbrouwerij “De Halve Maan” waar de wereldvermaarde bieren “Brugse Zot” en “Straffe Hendrik” gebrouwd worden.
Om 19u30 is er dan nog voor alle Congresdeelnemers een welkomstreceptie in het Stadhuis, aangeboden door het Stadsbestuur.
In de volgende Nieuwsbrieven, die we aan alle Kamers zullen bezorgen, zul je de inschrijvingsformulieren voor het Congres en de bijhorende diverse activiteiten, terugvinden.

Met vriendelijke groeten,
Raf Sypré, Hoofdman

PROGRAMMA

Thema “Woord en Taal” vrijdag 31 mei 2024 (facultatief)
17.00u.: bezoek met rondleiding aan een stadsbrouwerij
19.30u.: welkomstreceptie aangeboden door het Stadsbestuur in het Stadhuis


zaterdag 1 juni 2024
11.00u.: algemene vergadering Verbond vzw
13.00u.: onthaal congresdeelnemers - opening congres
14.00u.: toeristische wandeling met gidsen - bezoek aan de Triënnale 2024
(groepen van max. 20 personen)
17.00u.: toonmoment Kamers (ereplaket Verbond)
vrij podium met voordracht, toneel, poëzie, muziek, zang, dans, mime,...
19.00u.: aperitief
19.30u.: avondmaal
21.00u.: quiz Vlaanderen-Nederland

zondag 2 juni 2024
10.00u.: onthaal congresdeelnemers
10.30u.: academische zitting
verwelkoming, voorzitter Verbond, Brugse overheid
causerieën rond “Woord en Taal”
muzikale intermezzi
aankondiging congres 2025
12.30u.: aperitief en lunch
15.00u.: matineeconcert door het Brugs Mannenkoor
16.00u.: afscheidsdrink


VAN DIRK COIGNEAU

Retoricale kleengedichtjes (16) Onder de 55 disticha die Jan Michiels in zijn verzamelhandschrift opnam (over Michiels en zijn ‘boek’, zie ‘Retoricale kleengedichtjes 15’), zijn er twee die opvallen door hun unieke vraag- en antwoordcombinatie. Dat beide juist samen op dezelfde pagina (folio 21v) zijn neergeschreven, zal wel geen toeval zijn. De simpele directheid en duidelijke ritmiek die met de genoemde combinatie gepaard gaan, verlenen de gedichtjes, ondanks hun ernstige boodschap, een ietwat parmantige kordaatheid. Men proeve het zelf:

Wie isser sotter dan eenich sot?
Die liever den duyvel dient dan Godt!

En,
Wat verdienen die kinderen die hen [hun] ouders bedrucken?
Dat haer die raven haer ooghen uytplucken!

Bekijken we eerst even het tweede distichon. Het verdiende loon voor kinderen die hun ouders verdriet aandoen, lijkt er wel uit Alfred Hitchcocks The Birds te zijn geknipt, maar de reële bron is het Bijbelboek Spreuken, meer bepaald vers 17 uit het dertigste hoofdstuk.
De straf ‘oogt’ gruwelijk, maar geen nood: nu er blijkens het jaarlijkse verslag van de Sint geen stoute kinderen meer zijn, is de kwestie voor hen alvast van de baan. Vanuit het Bijbelvers gezien, zal in de vraag trouwens vooral aan ‘volwassen’ kinderen zijn gedacht.
Hoewel die het hun ouders knap lastig kunnen maken, blijft het laten ‘uitplukken’ van ogen als virtuele lik-op-stuk-methode toch een vrij drastisch idee. Dat ‘plukken’ komt overigens door het rijm. De zestiende-eeuwse Bijbelvertalingen hebben alle ‘uitpikken’ (de
Vulgaat heeft een vorm van ‘effodere’, wat naast ‘uitgraven’ onder meer ‘uitsteken’ en ’uitkrabben’ kan betekenen). Luther (1534) liet ‘die raben’ het oog ‘aushacken’, maar om een of andere reden vind ik de versie van de oudste in druk verschenen Nederlandse Bijbel (Delft, 1477) het griezeligst. Daarin laat men de ‘ravenen’ de ogen van de kinderen graag ‘uutknaghen’!

In het distichon lijken de ogen maar een willekeurig doelwit. Dat zijn ze in het Bijbelvers niet. In een moderne vertaling luidt het als volgt: ‘Het oog dat de vader bespot en de gehoorzaamheid aan de moeder veracht, dat zullen de raven der beek uitpikken en de jonge arenden opeten’. De arendsjongen zijn in het distichon gaan vliegen en ook van de beek waarnaar de raven worden genoemd, is geen sprake meer. Belangrijker is echter dat ‘het oog’ in het gedichtje niet meer metonymisch functioneert, als een manier van spreken dus waarmee, volgens een verklarende noot in de Statenvertaling (1637), het vers wou aangeven dat ‘de teeckenen van spot, spijt, verachtinge ende quaetwillicheyt’ zich het ‘meest’ in dat orgaan ‘openbaren’. Tegelijk wordt hiermee ook duidelijk dat het in Spreuken 30:17, anders dan de vraag in het distichon laat uitschijnen, niet gaat om eender welk gedrag dat ouders kan bedroeven maar om spot en balsturigheid die specifiek tegen hen zijn gericht. Een tweede noot in de Statenbijbel heeft betrekking op het ‘uytpicken’ van het oog door de ‘raven (der beke)’. De Lutherbijbel had daar al in de marge bij genoteerd: ‘Das heisst: An den galgen kom(m)en’. De Statenbijbel verduidelijkt eerst dat de ‘raven der beke’ raven zijn die zich bij ‘beken, rivieren ende waterstroomen’ ophouden ‘om aldaer te drincken ofte haer aes te soecken vande doode lichamen die daer dickwijls in drijven’. ‘De sin’ van het ogen ‘uytpicken’, zo vervolgt de noot, is dan ook ‘dat de moetwillige kinderen die hare ouderen bespotten eyndelick [uiteindeijk, ten slotte] aen een galge geraken ofte onbegraven den vogelen tot een aes plegen voorgeworpen te worden’. Voor zover het uitpikken van ogen al letterlijk werd genomen, gebeurde dat volgens deze uitleg dus nadat aan de ontaarde, voor galg en rad opgegroeide ‘kinderen’ de doodstraf was voltrokken. Voor zoveel mildheid of geduld had het distichon echter geen ruimte of tijd. Kort en krachtig wenst het allen die hun ouders bedroeven recht naar de pikkende raven toe, en dat levend en wel en nog lang niet dood!

Heel overtuigd klinken ook in het eerste distichon de woorden ‘die liever den duyvel dient dan Godt’ als antwoord op de vraag wie als de zotste zot kan worden beschouwd. De vraag was in rederijkerskringen niet onbekend. Op 20 april 1539 werd ze, ietwat anders geformuleerd als ‘Wat volck [Wat soort mensen] ter waerelt meest zotheyt tooght [de grootste zotheid laat zien]?’, op een wedstrijd van De Fonteine in Gent door negentien kamers beantwoord, telkens in de vorm van een refrein van vier strofen van dertien regels. In geen van deze 988 verzen echter worden de zotten, zoals in het distichon, zo direct en exclusief op de puur-metafysische tegenstelling tussen God en de duivel betrokken. De Gentse refreinen gaan veeleer uit van de ‘psychologisch’-ethische problematiek van het menselijke zelfbedrog en het daarmee verbonden onderscheid tussen waan en werkelijkheid. Zo worden in deze teksten als grootste zotten onder meer lieden opgevoerd die, door ‘amoureuze zotheyt … verhit’, hun kansen deerlijk overschatten, met name ‘grijzaerts die ghaerne waren ghemint van jonghe qwackernellekins’ en ‘aude commeren … die zijn ghezint op jonghe ghezellekins’ (refrein van de kamer van Nieuwkerke). In het refrein van Den Boeck van Brussel zijn het dronkaards die in hun roes denken iedereen fysiek te kunnen overtroeven of zich inbeelden mooi te zingen, terwijl ze eigenlijk ‘bleijten … ghelijc den calve’. De meeste refreinen zijn echter minder ‘zot’ in de zin van ‘grappig’ en geven de zotheidsprijs aan betweters, schijngeleerden en waanwijzen, dwazen die, geheel op eigen ‘wijsheid’ vertrouwend, iedereen willen beleren maar denken zelf geen raad nodig te hebben. Lieden die zich voorstellen ‘dat zij beter oft wijser zijn dan zij zijn’, zaten overigens ook al helemaal vooraan in der zotten ende der narren scip (1500), de Nederlandse versie van Sebastian Brants Narrenschiff. Door reformatorisch-verlichte rederijkers worden deze waanwijzen in de Gentse refreinen nog verder uitgewerkt als (bedel)monniken, bedevaartgangers of beelden- en relikwieënvereerders die voor hun zaligheid vooral op menselijke inzettingen vertrouwen ‘en niet alleene op Christum’ staan (citaat naar het refrein van De Violieren uit Antwerpen). Hoogst problematisch is het wel dat deze verblinden juist denken met hun praktijken ‘den Heere … te behaghene’ (refrein van De Roos uit Tielt). Met de opmerking dat deze ‘dobbel’ of ‘upper zots’ God alleen dienen om hun ‘profijt’ (refrein van Alpha en Omega uit Ieper) of met hun ‘Gods dienst’ om ’s werelds eer en mensenloon in feite ‘Godts woordt verlaten’ (refrein van De Nazareenen uit Deinze), komen we, verbaal dan toch, al iets dichter bij de zot ‘die liever den duyvel dient dan Godt’. Met de eerzucht waardoor eigenwijze zotten Gods woord verlaten, vertoont het refrein van Deinze overigens een zekere overeenkomst met een ander distichon uit het handschrift van Jan Michiels. Dat luidt (fol. 132v):

Rasende dul dwaes ende sot
Is hij die op ijdel begheerte staet en verlaet Godt.

Het triplet ‘dul, dwaas en zot’ maakt voldoende duidelijk dat dit distichon eveneens een omschrijving van een zot, ‘sotter dan eenich sot’ wil geven, maar ook hier dus geen woord over de duivel.

Tweemaal toch steekt de duivel in de Gentse zotheidsrefreinen zijn kop op. Voor De Pensee uit Edingen vormden gierigaards met hun excessieve drang om te vergaren en te sparen het zotste volk. Een ‘streck vanden vijanden [door de duivels] ghespreyt’ noemt het refrein deze gierigheid: een duivels net waar de zotten zich in laten vangen. Zelf lijken ze zich daarbij weer van geen kwaad bewust. Expliciet wordt dit laatste in het refrein van de Antwerpse Violieren vermeld. Daarin zijn de grootste zotten lieden die op hun ‘eigen wijsheid’ betrouwen. Het ‘zaad van het oude serpent’, noemt de dichter dit. Met Eva als eerste, zo vervolgt de dichter, weet dit zaad nog steeds mensen, ‘niet kennende de valscheyt, noch tlistigh quaet’, te behagen! Het is mogelijk dat dit ook voor de zot uit het distichon geldt. Dat die ‘liever de duivel dient dan God’ moet dan alleen in ‘objectieve’ zin worden begrepen. De uitspraak past in principe inderdaad voor elke zondaar en het narrenschip vaart (in zijn Nederlandse versie) in ieder geval naar de hel. De grootste dwazen zijn dan ook zij die zich van hun zondigheid niet bewust zijn en daardoor doof blijven voor de roep om het schip op tijd te verlaten. De bondigheid die de lezer van het distichon in één vers expliciet zowel met de duivel als met God confronteert, laat echter ook een ‘subjectieve’ interpretatie toe, waarbij de zot heel bewust voor het ‘dienen’ van de eerste kiest. Te denken valt dan zelfs aan een carrière als tovenaar of heks. Meer dan de Gentse refreinen met hun ‘zelfkennis’ als duidelijke opdracht en probleem, lijkt het distichon met zijn dubbelzinnigheid op het ethische en zijn ‘directheid’ op het metafysische vlak dan ook stof te leveren voor een discussie over hoe of waar precies zotheid en zonde samengaan.

Graag laten we hier nog enkele disticha uit de verzameling van Jan Michiels de revue passeren. Rederijkers werd vaak gevraagd om mensen te beoordelen: op de aard van hun gedrag of een bepaalde levenshouding in moraliserende of satirisch-komische spelen en refreinen, maar ook op hun artistieke prestaties, met name bij het jureren op wedstrijden waar prijzen konden worden uitgereikt voor het beste stuk, gedicht en/of lied, de beste presentaties, acteurs, voordragers of zangers en voor de beste nar. Het is bij dit evalueren altijd oppassen voor vooroordelen, chauvinistische reflexen en irrelevante sympathieën of antipathieën waar bijvoorbeeld de twee volgende disticha van gewagen:

Handschrift Michiels, fol. 64v: Tsij uijt wat geweste,
Elck prijst tsijn [t]beste.
En,
Handschrift Michiels, fol. 166v: Het is goet, wat hij doet, is hij bemindt;
Het is quaet, is hij gehaet, wat hij beghint.

Het laatste komt als bladvulling ook voor in het Nieu Amstelredams Lied-boeck (1591, p. 150). Met ‘al’ voor ‘goet’ en ‘quaet’ (‘Het is al goet … Het is al quaet’) klinkt het daar nog sterker.

De wisselvalligheid van het lot komt in moraliserende literatuur goed van pas om te waarschuwen tegen hoogmoed en zelfverzekerdheid, zoals in (Handschrift Michiels, fol. 25v):

Nijemant soe wijs, hij mach wel falen; Nijemant soo hoogh, hij mach wel dalen.

Minder gehoord en dus ook minder cliché is de hartversterkende tegenligger (Handschrift Michiels, fol. 64v):

Die meest verworpen is en minst geacht,
Wert somtijts van fortuyne int hoochste bracht [gebracht].

Ter bevordering van de samenhang in de maatschappij, een vereniging of kamer is ook de wijsheid die in de twee volgende disticha besloten ligt misschien niet te versmaden. We willen er hier in ieder geval graag mee besluiten:

Handschrift Michiels, fol. 147r: De groote, hoe vroom [dapper] en coene, Hebben somtijts de cleijne van doene.

En,

Handschrift Michiels, fol. 35v: Het crom dient soe wel als [t]recht daert past.
Lof hebbe Godt doer dien dat al wast [door wie het allemaal groeit].

Met het kromme en het rechte dat God samen laat groeien, wordt het hout bedoeld zoals dat bekend was uit het populaire spreekwoord: ‘Het krom hout brandt zowel als ’t rechte als ’t bij het vuur kan komen’. Recht hout kan dan wel mooier zijn om te zien, als brandhout dient het kromme evengoed. Op mensen toegepast, betekende de spreuk dat sociale verschillen er niet toe doen wanneer een mindere dezelfde hulp als een meerdere kan bieden. In lied 35 van het Antwerps Liedboek (1544) en de op dit lied gebaseerde Klucht van Teeuwis de Boer van de Amsterdammer Samuel Coster (1627) kreeg de spreuk een seksuele toepassing binnen de overspelige relatie van een boer met een dame uit hogere kring. In de spreuk worden vormverschillen dus gerelativeerd op grond van gelijkwaardigheid binnen een zelfde functie. Het distichon lijkt echter iets anders te willen zeggen en wel dat het rechte en het kromme, los van hun eventuele inwisselbaarheid en ondanks het feit dat het eerste in het algemeen meer dan het tweede wordt gewaardeerd of bewonderd, binnen Gods schepping evenveel recht hebben van bestaan. Zoals ook het distichon over de ‘groten’ en de ‘kleinen’ aangeeft, speelt elk in dit leven zijn rol en zijn deel. Juist door zijn eigen vorm, zijn specifieke aard en mogelijkheden, ‘past’ het kromme, net als het rechte, als een puzzelstuk in het grote, veelkleurige geheel. En werd, in de zeventiende eeuw, wel eens het spreekwoord ‘Van een krom hout kwam nooit rechte staak’ te pas gebracht, even bekend waren toch ook: ‘Van een krom hout is ’t goed lepel maken’ en ‘Hoe krommer hout, hoe beter kruk’!

Dirk Coigneau

C O L O F O N

O n s C a m e r s v à R h e t o r i k e is het officiële orgaan van het Verbond van de Kamers van Rhetorica Vlaanderen-Nederland vzw. Het Verbond is opgericht in Brussel in 1987.

Het tijdschrift verschijnt eenmaal per drie maanden in een oplage van circa 100 exemplaren.

Adres Bankgegevens van het Verbond
’t Haantje 2, 4854 MV Bavel BIC GEBABEBB
Nederland IBAN BE41 2930 3224 8010

Lidmaatschap van het Verbond
Kamers van 6 leden of meer € 50,00 per jaar
Kamers met 5 leden of minder en toetredende leden € 30,00
Alle leden ontvangen het tijdschrift

Website Druk
www.rederijkers.org     KLA4 Steunpunt Welzijn vzw